Home

Displaying Tag 'Amsterdam'

10 mei 2010
Posted by Menno, and filed under Foto, Persoonlijk

Gister was het mei. Vandaag ook, maar gister was het zondag. Een zondag in mei moet zonnig en zomers zijn. Ook al is het lente. Dat hoort gewoon. Helaas was het gister koud en herfstig. En lagen er geen bladeren op de koude straatstenen, maar bergen vuilnis. Het passeert. Ondergetekende toog met zijn eega en baby de straat op op zoek naar iets zonnigs. Vrolijks. Warms. Liefdevols. Iets meis.

Weinig warmte hier

Deze filmposter van Zwartboek is er ook niet vrolijker op geworden (wel cool overigens).


Hier dan! Twee tortelduifjes op de hoek Sarphatipark- Eerste Jan Steenstraat? Nope. Mannetjes die elkaar de kleine hersenpan inpikken.


Dan het park maar in. De rommel en stank achterlatend.


Met je geliefde op een bankje zitten? Vergeet het maar. Zwaar bewaakt. Zonder brood geen toegang.

De hoop bijna opgevend stuitten we op een morsig tiepje met zakken broodkruimels die wel toegang kreeg tot een bankje. We stonden erbij en keken ernaar toen een dappere moeder eend en haar enige nog levende kindje vochten voor hun leven tussen tientallen lompe duiven die alsmaar de stukjes brood voor hun snavels wegkaapten. De man streek over zijn hart en beroerde de onze toen hij speciaal voor de kleine rakker een flink stuk brood reserveerde en ervoor zorgde dat hij alleen kon toehappen.

Liefde gevonden!
En zo werd Amsterdam op een kille stinkende meizondag toch nog warm.

6 jul 2009
Posted by Menno, and filed under Overpeinzing

Ik woon in Amsterdam. In de De Pijp te Oud Zuid. Met veel genoegen overigens. Het is een verdomd mooi wijkje. De Pijp was voorheen een arbeiderswijk, maar is al een flink aantal jaren bezig te veryuppen. Langzaam aan overspoelen tweeverdieners de voorheen verwaarloosde en later flink gerenoveerde panden, die overigens niet goedkoop meer zijn. Een huis van 400.000 euro is eerder regel dan uitzondering bij ons in De Pijp.

yupDe yup staat voor young urban professional en volgens de Van Dale betreft het een jonge, stedelijke carrièremaker. Eigenlijk val ik hier dus ook onder, als eh ja, jonge, stedelijke carrièremaker. Laat ik de hier nevenstaande tekst die ik ergens bij mij om de hoek aantrof dan ook maar even vergeten.

Nee, het gaat mij om die andere yup. Die rijke. Die ballerige. Laten we ze maar even Lullo’s noemen. Tenslotte kan ik die huizen ook niet betalen. Ik huur dan ook als een van de laatsten der Mohanikanen in de Pijp. En mijn huis is verre van gerenoveerd. Nee, die Lullo’s, daar wil ik het even over hebben. Die hebben namelijk allemaal een scooter onder hun reet. En die scooter, díe irriteert mij.

scooter

Want die scooter maakt ten eerste een enorme bak herrie.Van dat vervelende monotone kutgeluid wat ervoor zorgt dat je gesprekken moet staken en de slaap niet kunt vatten. En als je er nu een beetje snel mee kan gaan, maar een kleuter haalt ze nog in op z’n driewieler. Ten tweede gaat altijd, maar dan ook altijd het alarm af. Ze zijn nogal populair onder Lullo’s, dus er moet een beveiliging op. Drie kettingen voldoen blijkbaar niet meer. En bij het minste briesje gaat het alarm al af. Duurt een minuut.Ten derde parkeren de Lullo’s hun scooter midden op de stoep. Bewijs? Heb ik voor je:

yup2

En kijk, dat is allemaal niet zo’n hele grote ramp, als het bij een paar van die veredelde puchjes per dag bleef, maar het lijkt wel of het een hype van jewelste is onder Lullo’s, want de scootershops schieten als paddenstoelen uit de grond hiero. Het is een af- en aanrijden van scooters. Allemaal rijke fatsige ballen en tuttige hockeymeisjes die zichzelf te goed vinden om op de fiets te stappen. En ondertussen maar schreeuwen tegen elkaar want ze willen ook blijven beppen tijdens het scooteren. Oh, en dat het drie uur ’s nachts is en de hele buurt wakker wordt, vinden ze ook niet erg.

holleeder_444925bMisschien is dat wel mijn grootste ergernis. Het zijn statussymbolen voor de Lullo’s. Ze kunnen gewoon fietsen, maar ze verpesten het milieu liever, want ze hebben het geld toch wel en hun vrindjes zien ze op de nieuwste Vespa LX 50 FL PINK 45 à 2.924 euro. Kijk, de Neus was er ook zo’n één.

Dus. Wat gaan we hier aan doen? Juist, saboteren die boel. Als je ergens zo’n patserige Lulloscooter ziet staan, draai gewoon even de ventieltjes los. Of steek een stokje door de spaken. Of tap de benzine eruit (pas op met die eerste slok!) Doe het voor mij, de stad Amsterdam, je land en jezelf. Degene met het hoogste aantal krijgt een cadeaubon van Scootercity!

Dit mag ook
Dit mag ook

Dit bericht schreef ik voor het inmiddels ter ziele gegane groepsblog Eeuwig Weekend.

6 jul 2009
Posted by Menno, and filed under Persoonlijk

Ik woon in Amsterdam. In de De Pijp te Oud Zuid. Met veel genoegen overigens. Het is een verdomd mooi wijkje. De Pijp was voorheen een arbeiderswijk, maar is al een flink aantal jaren bezig te veryuppen. Langzaam aan overspoelen tweeverdieners de voorheen verwaarloosde en later flink gerenoveerde panden, die overigens niet goedkoop meer zijn. Een huis van 400.000 euro is eerder regel dan uitzondering bij ons in De Pijp.

yupDe yup staat voor young urban professional en volgens de Van Dale betreft het een jonge, stedelijke carrièremaker. Eigenlijk val ik hier dus ook onder, als eh ja, jonge, stedelijke carrièremaker. Laat ik de hier nevenstaande tekst die ik ergens bij mij om de hoek aantrof dan ook maar even vergeten.

Nee, het gaat mij om die andere yup. Die rijke. Die ballerige. Laten we ze maar even Lullo’s noemen. Tenslotte kan ik die huizen ook niet betalen. Ik huur dan ook als een van de laatsten der Mohanikanen in de Pijp. En mijn huis is verre van gerenoveerd. Nee, die Lullo’s, daar wil ik het even over hebben. Die hebben namelijk allemaal een scooter onder hun reet. En die scooter, díe irriteert mij.

scooter

Want die scooter maakt ten eerste een enorme bak herrie.Van dat vervelende monotone kutgeluid wat ervoor zorgt dat je gesprekken moet staken en de slaap niet kunt vatten. En als je er nu een beetje snel mee kan gaan, maar een kleuter haalt ze nog in op z’n driewieler. Ten tweede gaat altijd, maar dan ook altijd het alarm af. Ze zijn nogal populair onder Lullo’s, dus er moet een beveiliging op. Drie kettingen voldoen blijkbaar niet meer. En bij het minste briesje gaat het alarm al af. Duurt een minuut. Ten derde parkeren de Lullo’s hun scooter midden op de stoep. Bewijs? Heb ik voor je:

yup2

En kijk, dat is allemaal niet zo’n hele grote ramp, als het bij een paar van die veredelde puchjes per dag bleef, maar het lijkt wel of het een hype van jewelste is onder Lullo’s, want de scootershops schieten als paddenstoelen uit de grond hiero. Het is een af- en aanrijden van scooters. Allemaal rijke fatsige ballen en tuttige hockeymeisjes die zichzelf te goed vinden om op de fiets te stappen. En ondertussen maar schreeuwen tegen elkaar want ze willen ook blijven beppen tijdens het scooteren. Oh, en dat het drie uur ’s nachts is en de hele buurt wakker wordt, vinden ze ook niet erg.

holleeder_444925bMisschien is dat wel mijn grootste ergernis. Het zijn statussymbolen voor de Lullo’s. Ze kunnen gewoon fietsen, maar ze verpesten het milieu liever, want ze hebben het geld toch wel en hun vrindjes zien ze op de nieuwste Vespa LX 50 FL PINK 45 à 2.924 euro. Kijk, de Neus was er ook zo’n één.

Dus. Wat gaan we hier aan doen? Juist, saboteren die boel. Als je ergens zo’n patserige Lulloscooter ziet staan, draai gewoon even de ventieltjes los. Of steek een stokje door de spaken. Of tap de benzine eruit (pas op met die eerste slok!) Doe het voor mij, de stad Amsterdam, je land en jezelf. Degene met het hoogste aantal krijgt een cadeaubon van Scootercity!

Dit mag ook
Dit mag ook

21 mrt 2008
Posted by Menno, and filed under Overpeinzing, Persoonlijk

Vandaag heb ik mijn arbeidsovereenkomst ondertekend en geretourneerd naar mijn nieuwe werkgever. Niet alleen een heuglijk feit, maar tevens een punt achter periode van 12 jaar. 12 Jaar Amsterdam, maar vooral 12 jaar Leidseplein. Want in 1996 kwam ik, nog nat achter de oren met een havo-diploma op zak naar de Grote Stad. Toelatingsexamen voor de Filmacademie. De vereiste foto-opdracht schoot ik op en rond het Leidseplein. Vanaf dat moment zou ik er nog vaak terugkomen. Sterker: ik ging er uit, bewoonde er twee appartementen en vond er twee werkplekken. Tot vandaag.

Leidseplein

Het Leidseplein. Ik kan niet zeggen dat ’t het mooiste plein van de hoofdstad is. Daarvoor zijn er te veel plekken in de stad die vele malen mooier en sfeervoller zijn. Nee, het Leidseplein is zelfs een lelijk plein. Druk, toeristisch, onpersoonlijk, luid en onbestemd. Toch houd ik van het Leidseplein. Noem het een haat-liefde verhouding. Tenslotte huist een groot aantal leuke theaters aan het plein. Ik noem de Melkweg, Paradiso, Stadsschouwburg, Boom Chicago, De Balie en de inmiddels ter ziele gegaande Bellevue-Cinerama en het Nieuwe de la Mar. Ook ligt het Kleine-Gartmansplantsoen er in de zomer idyllisch bij.

Hoe het begon
Toen ik in 1996 camera ging studeren in onze hoofdstad was het Leidseplein een belangrijke plek. De Filmacademie was toen nog gesitueerd aan de Overtoom (en een bijgebouw aan de Ite Boeremastraat), met het Leidseplein op loopafstand. Het was een goeie ontmoetingsplek en fungeerde qua mensen en gebouwen tevens als perfecte locatie voor camera-oefeningen (met het Vondelpark als goeie tweede). Toen ik een jaartje later een bijbaan vond als kok in een restaurant in de Leidsekruisstraat, was mijn binding met het plein optimaal. Ik kwam er dagelijks. Vijf jaar werkte ik in het restaurant De Blauwe Hollander, waarvan vier jaar ook als bewoner van twee appartementen boven het restaurant. Mooie tijden! Drie dagen in de week runde ik samen met goede vriend P. de keuken en voorzag de vele toeristen, stamgasten en talrijke BN’ers van hun bordje Hollandse pot. Wonen boven je werk heeft zijn voordelen, maar ook zeker zijn nadelen. Zo is de scheiding werk en privé een stuk kleiner en werd ik dagelijks geconfronteerd met het reilen en zeilen van het restaurant, het personeel en de keuken. En daar had ik echt niet elke dag zin in. Het restaurant haalde overigens de overgang van de euro niet en sloot haar deuren in december 2001. Het werd overgenomen door twee blonde onderneemsters die het restaurant omdoopten tot De Blonde Hollander. Uiteraard flopte dit en al snel werd de Hollander weer Blauw. Van de oude knusse Oud-Hollandsche sfeer is overigens niets meer terug te vinden in het nieuwe, totaal verbouwde pand. De prijzen zijn verdubbeld en het eten verrassend minder gevarieerd en lekker.

De Blauwe Hollander
De Blauwe Hollander, anno nu. Achter het rechterraam op de eerste etage sliep ik

Wonen aan het plein
Het Leidseplein als thuisbasis is een ervaring op zich. Hoewel ik er nu niet meer aan moet denken om in de drukke, grauwe en vieze Leidsekruisstraat te wonen, was het destijds natuurlijk een prachtlocatie voor een student. Er was altijd wel wat te zien en doen. Op Koninginnedagen kon ik amper mijn huis uit en met oudjaarsavond zorgden duizendklappers ervoor dat alle ruiten in de straat sneuvelden. Prachtig. Ook was het leuk om te zien hoe restaurantjes, café’s en winkeltjes kwamen en gingen in zeer korte tijd. Een gevarieerde buurt qua mensen en ondernemingen. En het pand dat ik bewoonde was zo krakkemikkig als het maar kon en de muizen en kakkerlakken hadden zo af en toe de tijd van hun leven in mijn keuken, maar het was een mooie tijd.

Leidsekruisstraat
Leidsekruisstraat

Toen ik na vier jaar wonen en werken aan het Leidseplein een heerlijk huis betrok ver weg van het centrum, was ik nog niet van het plein af. Ik studeerde inmiddels Film- en TV Wetenschappen (overigens niét aan het Leidseplein) en vond via een uitzendbureau een leuk kantoorbaantje. Een verademing na vijf jaar horeca. Drie keer raden waar het kantoor gevestigd was. Juist. En jahoor, daar ging ik weer. De uitzendbaan werd een vaste baan en inmiddels werk ik al weer vijf-en-een-half jaar aan het Leidseplein.

Uitzicht vanaf mijn huidige werkplek
Uitzicht vanaf mijn huidige werkplek. Het hoge gebouw is de Nederlandsche Bank

Hotspots
Als je aan het Leidseplein woont en werkt leer je alle winkeltjes en cafeetjes in de buurt goed kennen. Zo zit schaakcafé Het Hok al een eeuwigheid in de Leidsekruisstraat. Als je er langsloopt komt de sigarettenrook uit de ventilatoren je tot hoestens toe tegemoet. Ook was ik een frequent bezoeker van de Leidse Supermarkt in de Lange Leidsedwarsstraat, door ons liefkozend “De Turk” genoemd. Of het overheerlijke eetcafé Stoop & Stoop, waar ze de beste saté van de haas serveren. Een leuke bruine kroeg aan de Korte Leidsedwarsstraat is Eijlders, waar nog altijd keurige heren compleet met vlinderdasje als ober rondlopen. Café De Spuyt was jarenlang mijn stamkroeg. Hier vierde ik in 2000 mijn 24e verjaardag.

Ook ken ik de Leidsestraat op mijn duimpje. Je moet toch ergens heen in je lunchpauzes. De straat onderging in aan het begin van het millennium nog een make-over en ligt er sindsdien fraai bij, inclusief futuristische lichtjes aan weerskanten van de tramrails.

Leidsestraat
Leidestraat

Tijdens mijn wandelingen door de straat wipte ik altijd even langs bij de sigaretten- en lectuurshop, de tweedehands English Bookstore, de Bruna (helaas inmiddels vervangen door een saaie Body Shop), Bakkerij Kwakman, het dure maar overheerlijke broodjeszaak Loekie, de Free Record Shop om te eindigen in Scheltema Holkema Vermeulen (inmiddels omgedoopt tot Selexyz Scheltema) op het Koningsplein. En voor de lekkere trek bezocht ik uiteraard ook de Febo, MacDonalds en Wok to Walk, in de Leidsestraat handig bijeen gelegen.

Drie keer snacken
Drie keer snacken

Felix Rottenberg maakte in 2000 overigens een interessante documentaire over de verloedering van de Leidsestraat. En dan vooral over de leegstaande of als opslag fungerende panden boven de winkels. Helaas kan ik ‘m nergens meer terugvinden op het net, maar deze is zeer de moeite waard.

Warme gevoelens heb ik bij Stripwinkel Lambiek die op 5 minuten lopen van het Leidseplein in de Kerkstraat te vinden is. De altijd vriendelijke eigenaars en het immense aanbod van de meest prachtige strips is, samen met de grote expositieruimte, wat mij betreft een aanwinst van onschatbare waarde in de Leidsebuurt. Hier heeft in maart 2007 natuurlijk ook de presentatie van Bloeddorst plaatsgevonden, wat mijn band met de winkel extra groot maakt. Nog een zaakje waarvoor ik warme gevoelens koester is “De Ooijevaar”, de kleine buurtkruidenier van Sjaak en Bernadette Ooijevaar, vooral bekend om zijn belegde broodjes. Hier komt de ganse buurt zijn lunch halen.

Ooijevaar
Ooijevaar. Met drie halve liters Amstel voor de prijs van twee!

Fokkin’ toeristenMaar zoals gezegd, ik zal niet alles op en rond het plein missen. Zo parkeerde ik mijn fiets altijd naast een immer stinkende pisbak. Hier is mijn achterwiel ook eens kapotgetrapt. Kwajongens! En de Lange Leidsedwarsstraat is een vieze straat met een eenheidsworst aan toeristische restaurants en ongezellige terrasjes. Het enige imposante aan het Leidseplein is de mooie grote Stadsschouwburg en de sinds kort weer werkende fontein voor het American Hotel. De cafe’s rond het plein zijn duur, niet écht gezellig en veelal smoezelig. Zo vind ik de Heineken Hoek ordinair en onpersoonlijk. Heel even was er een leuk cafeetje te vinden naast het City Theater (ook alweer meer dan een jaar in de steigers), genaamd Belgica, maar die ging na een jaar failliet. Een nieuwe eigenaar nam de locatie en naam over, maar kopieerde qua sfeer tenten als Palladium en Three Sisters. Niks aan dus. Ook zal ik de toeristen niet missen die me al duizend keer gevraagd hebben waar het Hardrock Cafe is. Of een coffeshop. Laatst vroeg een opgefokte Amerikaanse of ik wist waar de “Rockerich” was. Ik kon haar niet helpen. Twee minuten later bedacht ik op de fiets dat ze coffeeshop de “Rokerij” bedoelde. Oh well.

Terras
Drukke terrasjes

Over een paar weken begin ik aan mijn nieuwe baan. Drie dagen forensen met mijn PSP. Ik heb er erg veel zin in, maar sluit ook een periode af. Het is niet zo dat ik nimmer meer terugkeer naar het plein en de Leidsebuurt, maar zo frequent als het vroeger was zal het niet meer zijn. Gelukkig kan ik met heel veel plezier terugkijken op een dozijn jaren wonen en werken aan het Leidseplein. En dan zie je de vervelende toeristen niet meer, of de drukke straatjes. Dan denk ik aan de charmante hagedissen op het Kleine-Gartmansplantsoen, de lekkere ijsjes bij de Haagen-Dazs, het ‘Homo Sapiens non urinat in ventum’ (een wijs man plast niet tegen de wind in) boven de poort naar het Max Eeuwe Plein, Het AFFF dat meerdere malen rond het plein plaatsvond, de eeuwige voetbalacrobaat onder de lantaarnpaal, de schaatsbaan in de winter, de gezelligheid op de terrasjes in de zomer, het ladderzat frikandellen trekken in de Febo en de sfeervolle lichtjes in de bomen. Wat een heerlijk plein eigenlijk!

4 apr 2007
Posted by Menno, and filed under Overpeinzing

Fietsen door de hoofdstad is een hel. Ik wist het al jaren, maar vandaag is mijn irritatie tot een absoluut dieptepunt gekomen. Zojuist was ik namelijk slachtoffer van een hit & run. Op de Hobbemakade. Ik stond keurig te wachten voor het rode stoplicht toen bij het optrekken een a-sociale taxi’ende pooierbak zijn rechter buitenspiegel tegen mijn rug schurkte. De hufter reed met een verbogen spiegel gewoon door, mij vol verbazing en tierend achterlatend.

Nou was mijn frustratie al behoorlijk gevoed tijdens de heenreis. Mijn lieftallige vriendin en ik wilden namelijk al maandenlang naar ‘Bodies’, de ranzige expositie in de Beurs van Berlage en vandaag moest het er maar eens van komen. Helaas dikke vette pindakaas is de Beurs gelokaliseerd aan het Damrak, oftewel enkel benaderbaar als je de grootste en meest onheilspellende obstakels bent gepasseerd. Maar goed, het waren de laatste weken dus we moesten wel. Dus borst vooruit, knie-, schouder-, hoofd-, scheen-, elleboogbeschermers en tok om en op hoop van zegen dan maar. Nu moet ik er bij vertellen dat ik in de mooiste buurt van Amsterdam woon, de Pijp, en een rit naar het centrum bijna verplicht langs alle Noord-Zuid lijn barricades moet. Dus het begint al bij de Ferdinand Bol, die na een korte periode van vrije toegang ook weer fijn open ligt. Afgezien daarvan was en is het daar altijd al een fietshel geweest doordat elke randdebiel fietspad en trottoir als één gehee l ziet. Wil het toeval ook nog dat mijn fietsbel kaduuk is. Dus dat schiet ook niet op. Als je dat stuk gered hebt begint de lol weer van voren af aan in de Vijzelstraat. De smalste paadjes zijn vrijgehouden voor de fietsers, dus ook daar is het opletten geblazen en je wurmen tussen hekken, zandhopen, lelijke mensen en zondagsrijders.

Even tussendoor: fietsen met zijn tweeën naast elkaar is al helemaal not-done in Mokum. Als ik met iemand samen opfiets, zeg ik standaard ‘ik zie je straks daar’, omdat je toch de hele rit achter elkaar fietst door de auto’s die langs je scheuren of de te krappe fietsgelegenheden.

Na de Vijzelstraat komt het megadrukke Muntplein, waar niemand weet wie op wie wacht en fietsers, skaters, voetgangers en auto’s regelrecht voor elkaars voeten scheuren. En dan heb ik het nog niet eens over de toeristen, die er vanaf dit punt ook bijkomen. Die kennen namelijk het geluid van een fietsbel niet en zijn geïnteresseerder in de Amsterdamse gevels dan hun leven. Wat dat betreft zijn het net duiven, die ook ongegeneerd over het fietspad marcheren op zoek naar dat ene patatje. Het Rokin ligt momenteel ook in zijn geheel open en verkeersregelaars redigeren het gefiets en ge-auto. Dus je wordt naar andere weggetjes geleid, die normaliter niet voor de fietser bedoeld zijn. Weer lekker krap dus, onhandig en druk, druk, druk. Tel daarbij op dat er om de 10 seconden een berg stuifzand in je ogen waait.

Dat overleefd hebbende volgt een stukje weg dat voor menig fiets én op knappend staand persoon te veel wordt: de Dam. Met al zijn kinderkopjes. Staat enig, maar het rijdt zooo kut. Je spatbord, pakkiedrager en kettingkast vliegen er spontaan af. Al trillend, bibberend, toeristen ontwijkend, duiven plettend, naar automobilisten vloekend en naar adem snakkend bereikte ik dan eindelijk de Beurs. Nog even de fiets met 36 sloten vastzetten en ik kon naar binnen.

De expositie zelf was intrigerend en enigszins misselijkmakend, maar dat is een ander verhaal. Wat me meer zorgen baarde was de terugweg. Naar mijn warme, veilge huisje per fiets. Ik stelde mezelf maar gerust met het feit dat het vast niet erger zou kunnen dan de heenweg, niet wetende dat ik nog een fijne buitenspiegel in mijn rug zou krijgen.

(Dit artikel is ook op Amsterdam Centraal gepubliceerd)

xfactor
xfactor
 
xfactor
Dit is de webstek van Menno Kooistra. Alles wat zich binnen de digitale muren van Mennomail.nl afspeelt is beveiligd door deze jongen: ©.