Voetbal-ABC’tje, deel 1

Door Leendert Douma

Er zijn twee soorten zomers. Die van de eerste soort lijken eindeloos te duren. Deze worden op een zonnig terras doorgebracht. Er wordt gedronken, gefilosofeerd en liefdes bloeien op. Maar regent het, dan zijn deze zomers minder idyllisch. Dan hangen we voor de tv om naar alle herhalingen te kijken. Dit zijn de zomers met een oneven jaartal. De meeste zijn allang vergeten.

Maar de even jaren staan ons nog op het netvlies gebrand. Wij weten nog precies waar we waren op 25 juni 1978 (op mama’s verjaardag met een huiskamer vol bezoek aan de tv gekluisterd) en op 25 juni 1988 (na de wedstrijd al vlaggend met de auto naar het uitbundig feestende Amsterdam). En heel ons leven zal nagalmen waar we waren op 11 juli 2010. De even zomers staan om de beurt in het teken van het WK of het EK.

Het zijn zomers vol spanning, zenuwen en euforie. Enige weken voor het toernooi beginnen de eerste symptomen van de voetbalkoorts. Opeens ga je de Telegraaf en het AD kopen, en wordt elk voetbalnieuwtje belangrijk. Vervolgens ga je iedere uitzending van welk sportjournaal dan ook nauwlettend volgen. Dan zit de stemming er helemaal in. Als het WK of EK dan eenmaal begint kan je aan niks anders meer denken. Alles ademt voetbal. Voor degenen die wat meer resistent zijn tegen de voetbalkoorts het volgende ABC, met achtergronden en tips voor de ultieme voetbalbeleving. Want: voetbal is oorlog, voetbal is emotie en voetbal is poëzie. Literatuur. Muziek. YouTube. Voetbal is de belangrijkste bijzaak in het leven.

Een Voetbal-ABC’tje in twee delen. Vandaag deel 1, de A t/m M. Maandag N t/m Z.

A = Ajax
Ja, sorry hoor, als ik hiermee meteen allerlei PSV- of Feyenoordfans wegjaag. Maar Ajax is hofleverancier van het Nederlands elftal. Wat dacht je van het volgende rijtje?

Marco van Basten, Frank Rijkaard, Clarence Seedorf, Patrick Kluivert, Michael Reiziger, Ruud Krol, Frank en Ronald de Boer, Wim Suurbier, Edwin van der Sar, John van ’t Schip, Jan Wouters, Piet Schrijvers, Marc Overmars, Aron Winter, Sjaak Swart, Raphael van der Vaart, Johan Neeskens, Dennis Bergkamp, Johan Cruijff, Arie Haan, Wesley Sneijder, Tonny Pronk, John Heitinga, Richard Witschge, Johnny Rep, Barry Hulshoff, Tscheu La Ling, Klaas Nuninga, Ruud Geels, Gerald Vanenburg, Ronald Koeman, Gerrie en Arnold Mühren, Edgar Davids, Wim Jonk, Stanley Menzo, Rob de Wit, Wim Kieft, Simon Tahamata, Ryan Babel, Rinus Michels, Marc Overmars, engazomaardoor…

Marco van Basten – 1988

Dennis Bergkamp – 1998

B = Belfast Boy
Volgens elke Brit was George Best (1946 – 2005) de beste voetballer ter wereld. En ook Pele en Maradona denken er zo over. De Noord-Ier was ook de beste drinker ter wereld. De beste vrouwenversierder. En de beste autocoureur. De beste man ter wereld dus. Mooiste uitspraak: “Ik heb een boel geld uitgegeven aan drank, vrouwen en snelle auto’s. De rest heb ik verbrast.”

Don Fardon – ‘Belfast Boy’

C = Johan Cruijff
Feit is echter dat Cruijff de grootste voetballer aller tijden is. En dé muze voor de Nederlandse voetbalpoëzie. Zo schreef volksdichter Toon Hermans:

En Vincent zag het koren
En Einstein het getal
En Zeppelin de zeppelin
En Johan zag de bal

Mooi toch?
Intellectueel Henk Spaan, hoofdredacteur van literair voetbalmagazine Hard Gras, vergelijkt J.C. met Nijhoff, Presley en de Venetiaanse schilders:

Je leerde de geschiedenis uit
Rood Wit Blauw
heette dat boekje?

Zoveel koningen
zoveel graven
wil je niet weten.
Al die politici
allang vergeten.

Maar als je vraagt
wat zoek je
in geschiedenis?

Een regel poëzie van Nijhoff
Elvis Presley met zijn kuif.
De schilders van Venetië of
een pirouette van Cruijff.

Wapenfeiten van de eeuw.
Voetstappen in verse sneeuw.

D = Davids
Niet Edgar, maar Louis. ‘De Voetbalmatch’ uit 1929, waarin Louis Davids voor het eerst een wedstrijd bezoekt, is een soort Voetbal for dummies. Doorspekt met joodse gein – schijnbaar dan, want de tekst werd geschreven door de zeer roomse Jacques van Tol.

E = Anna Enquist
Enige dichteres, misschien wel enige vrouw in Nederland met verstand van voetbal. Anna steekt haar liefde voor ‘Ausputzer’ Ronald Koeman niet onder stoelen of banken. Vooral van zijn fabuleuze vrije trap raakt zij lyrisch:

Hij heeft een slagersmes in zijn sokken
verborgen. Dat weet alleen vader. Stokken

en stenen zijn sinds lang afgeketst. Tenen
wringen in de schoen; het cerebellum

regisseert wreef, knie en billen sprakeloos.
Als hij gaat trappen wordt het grasveld

weide, klinkt de zang van een matroos,
een havenlied. Over de sloot, buiten

bereik van vangers trekt de bal gezichten
scheef. Hij haalt de sokken op. Hij bloost.

F = filosofen
Er lopen heel wat filosoferende voetballers of ex-voetballers rond. Mooiste voorbeeld is de Franse filosoof Eric Cantona. In Nederland heb je Johan Cruijff, Rinus Michels, Jan Mulder, ga zo maar door. Ook Edgar Davids heeft zo zijn filosofische buien, zelfs Raphael van der Vaart wel eens.

Maar zijn er ook voetballende filosofen? Volgens Monty Python wel. Zij brachten ooit een sketch waarin een team Griekse filosofen (met Plato, Aristoteles en Archimedes) een wedstrijd speelden tegen Duitse filosofen, met Nietszche, Marx en Schopenhauer (en Beckenbauer) in de basis. Negentig minuten lang gebeurde er niets op het veld, en liep iedereen te denken. “Eureka!” riep Archimedes opeens en gaf de voorzet die leidde tot een goal. Griekenland-Duitsland eindigde in 1-0. Wat volgde was heftige discussie over vooral de vrije wil.

G = Glasvegas
Glasvegas – ‘Flowers And Football’ Wanneer? Geen idee. Waar? Inverness – Schotland. Erg fijn.

H = Hup Holland Hup
Jan de Cler – die zelf overigens weinig verstand van voetbal had – schreef in 1950 ‘Hup Holland Hup’. Op zich een aardig liedje, maar wat De Cler zo briljant maakte is dat hij er tijdens iedere interland een gelegenheidstekst op schreef. En die zong hij direct na de wedstrijd. Met de teksten werd hij geholpen door Leo Pagano – die je ook in dit filmpje uit 1954 ziet. Kort daarna stopte Jan zijn carrière als liedjesschrijver om medicijnen te gaan studeren. Tot zijn 77e was hij huisarts in Amsterdam. (Dit in het kader van Nutteloze Weetjes.)

I = Ierland
Ierland is er weer niet bij, dit WK. En dat is jammer. Het is een leuk elftal uit een zeer sympathiek land. Bovendien zijn de Ierse supporters, net als die uit Schotland, buitengewoon geliefd bij de Nederlanders. Nederland-Ierland, Nederland-Schotland, altijd is het feest.

Maar Ierland-Engeland is net zoiets als bijvoorbeeld België-Nederland: de underdog tegen de favoriet, met dit verschil dat in het geval van de Britse eilanden er ook nog politieke motieven meespelen. Roddy Doyle beschrijft de emoties in een Ierse pub na Ierland-Engeland op het WK 1990:

Jezus, wat een hitte. Je moest naar adem happen; en dan nog die opwinding erbij. Hij kon het niet aanzien; het werd hem teveel.
“OLÉ… OLÉ OLÉ OLÉ.”
Jimmy Sr. stond weer naar dat jonge ding te kijken toen hij zowat door de jongens werd vermorzeld. Zij sprongen op – de scheidsrechter had op zijn fluitje geblazen – en hij bleef staan. Maar hij greep zich vast aan Bimbo en hield zich staande. Iedereen stond te springen, zelfs Leo, die onderwijl een kruis sloeg. De vlaggetjes gingen de lucht in. Hij wou dat hij er ook een had. Hij zou er eentje kopen voor de volgende wedstrijden. Bertie stond weer op tafel en deed een Noorse verslaggever na. “Maggie Thatcher! Winston Churchill!”
“WIE TRAPTE DE BAL IN HET ENGELSE DOEL? SHEEDY – SHEEDY.”
“Koningin Elizabeth! Lawrence of Arabia! Elton John! Jullie kunnen allemaal de pleuris krijgen!”
Ze juichten.
Jimmy Sr. liep bijna over; niet dat hij moest pissen, maar van liefde. Hij omhelsde Bimbo. Hij omhelsde Bertie. Hij omhelsde Paddy. Hij omhelsde zelfs Larry O’Rourke. Hij hield van iedereen.

(Roddy Doyle – De bus, Rainbow Pocketboeken, Amsterdam 1995)

En net zo gezellig gaat het er aan toe in deze fijne combi van The Pogues en The Dubliners: ‘Jack’s Heroes’, geschreven voor het WK van 1990.

J = juichen

Hoe te juichen? De emoties mogen hoog oplopen, toch moeten we proberen ons verbaal een beetje leuk te uiten. Dus alleen Ooooh en Aaaaah of Jaaaaa als er een doelpunt valt is wat mager.
Een vloek is al wat beter: Jezuschristusgodverdommewateenbalman! of Hallelujah, wat een schot!.
Op de manier van Hugo Walker, de commentator die we ook op dit WK helaas niet mogen horen, is ook mooi. Dus als Wesley Sneijder kansrijk is beginnen met schreeuwen: Jaa, Robben, ROBBEN, ROBBBBEEEEEEENN!.
Uitingen van vertedering mogen ook. Het zijn en blijven tenslotte onze jongens. Dus bij een goal van Raphael van der Vaart/Wesley Sneijder is iets als: Ja Raphael/Wesley, lekkere vent! Fijne knul! Mag ik je Sylvie/Yolanthe zijn? best op zijn plaats.
Pure bewondering is helemaal mooi: Oh Van Persie! Held van de eeuw! God van Nederland!.

Is dit bij alle emoties teveel van het goede, zachtjes huilen van geluk mag ook.

K = koelkast
Een essentieel onderdeel van de WK-beleving. De koelkast hoort van 11 juni tot en met 7 juli 2010 volgestouwd te zijn met bier. Iets anders hoeft er gedurende de WK-periode dan ook niet in te komen. Ons eten halen we bij de snackbar. Fruit en groente liggen in een hoekje van de keuken weg te rotten. Een betere benaming is dan ook: bierkast. Dat is korter dan koelkast met bier. Zodoende hoef je minder lettergrepen te zeggen, en kan je meer slokken nemen.

In de journalistiek heb je de vijf W’s (wie, wat, waar, wanneer, waarom), in de marketing de vijf P’s (prijs, plaats, product, promotie, personeel) maar voor het WK gelden alleen de drie B’s: beeldscherm, bank en bierkast!

L = Ludo Coeck
Raymond van het Groenewoud schreef ooit een prachtig lied over Ludo Coeck, een Belgische speler uit de jaren zeventig. De knappe dromerige voetballer deed het goed bij de dames. Een soort van Belgische Dani dus, alleen was Coeck beter. Van het Groenewoud:

Jaah, elke zondag staat zij steeds langs de lijn
en als d’n Ludo opkomt dan roept zij: “Coeck is fijn”.
Maar scoort hij dan een doelpunt,
dan zucht zij: “wat een mispunt.
Oh, schoot hij zo maar in bij mij”

en

De huwelijksharmonie is zoek
sinds zij steeds smelt voor Ludo Coeck.
Ze heeft een held met korte broek.
Zo jong en mooi is Ludo Coeck.
Koekoek… Koekoek

(Raymond van het Groenewoud – ‘Ludo Coeck’, van de cd Habba, 1984)

Het liep trouwens tragisch af met d’n Ludo. Hij is bij een auto-ongeluk om het leven gekomen.

M = Manu/Maradona

Er is geen grotere fan van Maradona dan Manu Chao. Maar liefst twee keer bracht hij een ode aan ‘pluisje’. Met Mano Negra zong hij ‘Santa Maradona’, solo geeft hij met het liedje ‘La Vida Tombola’ letterlijk een liefdesverklaring af. Maradona vindt het natuurlijk allemaal prachtig.

Maandag deel 2, M t/m Z!