Voetbal-ABC’tje, deel 2

Door Leendert Douma

Er zijn twee soorten zomers. Die van de eerste soort lijken eindeloos te duren. Deze worden op een zonnig terras doorgebracht. Er wordt gedronken, gefilosofeerd en liefdes bloeien op. Maar regent het, dan zijn deze zomers minder idyllisch. Dan hangen we voor de tv om naar alle herhalingen te kijken. Dit zijn de zomers met een oneven jaartal. De meeste zijn allang vergeten.

Deel 2 van het Voetbal-ABC’tje. Vandaag deel 2, N t/m Z.

N = Naar de Berg
Wij trekken zingend naar de berg
De groene vlaggen zee
Gaat na twee keer driekwartier
Weer juichend naar benee

Een clublied (klik op ‘clublied’). Uit jeugdsentiment. In de jaren tachtig sneakten wij als jochies stiekem langs de suppoost om de hoogtijdagen van FC Wageningen mee te maken. Met illustere spelers als Charley van de Weerd en Gerdo Hazelhekke. Bram Braam en Uwe Blotenberg. Jan Fles en Oeki Hoekema. Arjan Turkesteen. Rob Krommendijk. Pure poëzie toch, zo’n rijtje?

Het feest duurde tot het faillissement in 1992. Sindsdien ligt stadion De Wageningse Berg er verlaten en vervallen bij. Da’s heel treurig, kijk maar:

O = Oud-Poelgeest

Ronald Giphart, misschien, en Nico Dijkshoorn… Maar al die saaie schrijvers die je voor je Lijst Nederlands moest lezen, die hebben toch niks te maken met de opwinding van voetbal? Niks is minder waar. Veel schrijvers weten niet alleen op papier poëzie te maken van voetbal, ook ín het veld konden ze er wat van.

Op het – in literaire kringen – beroemde Podiumweekend op Kasteel Oud-Poelgeest (1951) werd er tussen de debatten door gevoetbald door onder andere Remco Campert, Harry Mulisch en Bert Schierbeek. Scheidsrechter was W.F. Hermans, niet met fluit maar met bugelhoorn.

Voor de Nobelprijs voor de Literatuur konden (kunnen) deze mannen ruimschoots gaan. Maar of ze tijdens een WK ver waren gekomen? De foto’s doen het ergste vermoeden…

P = paal
De meest beruchte, meest gehate paal uit de geschiedenis van het Nederlandse voetbal is de doelpaal in Buenos Aires die ons van het wereldkampioenschap afhield. Het is de finale van het WK 1978, Nederland-Argentinië. Argentinië kwam in de eerste helft voor met 1-0, maar acht minuten voor tijd maakte Dick Nanninga gelijk met een kopbal. Vlak daarna was Rensenbrink kansrijk voor de overwinning. Robbie haalde uit, schoot en… paal. Wat een drama. Nederland verloor in de verlenging met 3-1. Maar als die bal van Rensenbrink nou eens een centimeter meer…

Bij kinderen gaat dat gelukkig anders. Op straat of op een veldje heb je geen doelpalen, maar jassen. Willem Wilmink in een gedicht over de verstandelijk gehandicapte Frekie:

Als in de schemer wordt gescoord
gaat ieder die zijn moeder hoort
er stil vandoor.
Een doelpunt dat voor de ene zat
was voor de ander paal of lat:
niemand verloor.

Q = quotes
Veertien quotes van nummer 14. Ter leringh ende vermaeck. Want ze bevatten ontegenzeggelijk diepe voetbalwijsheden, deze uitspraken. Maar ze getuigen vooral van een bepaalde poëtische kwaliteit, zeker als je de opmaak een beetje vrijer toepast – als in een dichtbundel.

1.
De basis is de bal
zo snel mogelijk onder controle krijgen
zodat je iets meer tijd hebt
om te kijken

2.
Je moet schieten
anders kun je niet scoren

3.
Er zijn in een wedstrijd drie minuten
– en die natuurlijk onderverdeeld
in momenten –
waar het op aankomt

4.
Ik heb wel eens gezegd:
als je met 4 – 0 voor staat
en er zijn nog tien minuten te spelen,
kun je beter twee ballen op de lat schieten,
zodat de mensen “oei” en “ai” roepen,
want als je 5 – 0 maakt,
is dat alleen maar voor de stand

5.
Je moet altijd zorgen
dat je een doelpunt meer scoort
als de tegenstander

6.
Om goed te voetballen,
heb je goede voetballers nodig,
maar een goede voetballer
heeft bijna altijd het probleem
van een gebrek aan rendement.
Hij wil het altijd mooier doen
dan strikt noodzakelijk.

7.
Mensen zeggen ook
dat een ploeg die met tien man speelt
gevaarlijker is dan een ploeg
met elf man.
Hoe vaak heb je dàt nou niet gehoord?
Dat komt alleen maar,
omdat vijf van die elf denken:
ik doe een stapje minder,
terwijl vijf van die tien
er juist een schepje bovenop doen.

8.
Als je een hoge balcirculatie nodig hebt,
kan het niet zo zijn
dat er een speler met de bal gaat lopen.
Dat kan niet.
Je kunt hooguit met een bal lopen
om een ander de tijd te geven ergens te komen.

9.
Als wij de bal hebben
kunnen zij niet scoren

10.
Soms moet er iets gebeuren
voordat er iets gebeurt

11.
Je kunt beter ten onder gaan
met je eigen visie
dan met de visie van een ander

12.
Je gaat het pas zien
als je het door hebt

13.
Vaak heeft iets in het leven
waarschijnlijk een noodzaak

14.
Het is noodzakelijk
dat iedereen er is
om het meeste
uit zichzelf te halen
wat dat dan ook mag zijn

R = Robbie
Neehee, niet Robbèn… Robbie! Robbie de Wit heeft de Galerij der Groten nooit mogen halen. Groots als Cruijf, Gullit en van Basten had hij kunnen zijn. Ware het niet dat zijn talent door een veel te vroege hersenbloeding nooit tot wasdom heeft mogen komen. Tragisch…

Mochten we het WK winnen, laten we de beker dan aan Robbie de Wit opdragen.

S = Slade
Slade vat het pakkend samen: Give us a goal!:

S2 = Shuttleworth & Smith
Stop de persen! Want op de valreep is vanuit Engeland dé WK-hit van 2010 gelanceerd. Zangeres/gitariste Jenny Shuttleworth ging in zee met Mark E. Smith, frontman van The Fall. Het resultaat? ‘England’s Heartbeat’, op gebruikelijke wijze zwalkend en cynisch ingezongen door de inmiddels 53-jarige Smith. En a la The Fall wordt de WK-hit vrolijk en ietwat nonchalant afgerammeld. Lekker!

T = Tröckener Kecks
Wij hadden Theo Koomen. De Belgen Rik de Saedeleer. In het nummer ‘Naar De Top’ van de Tröckener Kecks komt die opdraven om commentaar te geven op de natte droom van zanger Rick de Leeuw, die als spits de finale van een WK speelt: Invaller Rick de Leeuw voor het eerst aan de bal. Wordt goed aangepakt, passeert Boniek, tikt de bal tussen de benen van Platini door, speelt de bal voorbij Scirea, De Leeuw is door, blijft-ie kalm? Goal!

Alleen al daarom een van de leukste nummers van de Droge Kaakjes. Terug te horen in deze uitzending van Ronflonflon met Jacques Plafond (1985) – na ongeveer drie minuten, en Plafond praat vrolijk door De Saedeleer heen.

U = Underdog
Indieband Kasabian bedacht een leuke stunt om hun single ‘Underdog’ te promoten. Als parodie op voetbalgames én Guitar Hero bouwden ze een gigantische stellage. Door gekleurde vlakken te raken stuurden jonge voetballers gitaarsamples aan. Met indrukwekkend resultaat:

V = voetbalknieën
New Wave-dichter Ton Lebbink – ‘Voetbalknieën’ (1982).

W = wedstrijd
Voetballen, dat doe je niet voor jezelf of voor de roem. Dat doe je voor je vader. Zelfs de allergrootsten willen maar van één man erkenning: pa. Dat geldt ook voor Marco van Basten. Vader Joop van Basten vertelde ooit in Sport International:
Iedereen denkt maar dat Marco koud is, maar hij is een hele gevoelige jongen. Een tijdje geleden zaten Marco en ik hier op de bank. De radio stond aan en we luisterden naar een levenslied. Tegen Marco zei ik dat ik daar slecht tegen kan. Toen zei Marco: “Weet je waar ik niet tegen kan? Dat liedje van André van Duin: Mijn trouwste supporter is mijn vader.” Dus ik zei: “Dat liedje heb ik.” Ik zet dat nummer op, begint hij te huilen als een klein kind. De tranen liepen over zijn wangen.

Zanger van levensliederen Bram Vermeulen verwoordt het vader en zoon-gevoel kernachtig in Het is een wedstrijd:

Tien keer achter elkaar kan hij het al,
deze jongen kan alles met een bal.
Zeker weten dat ‘ie tot de honderd komt,
die bal komt nooit meer op de grond.
Kijk maar. Kijk maar. Kijk maar.

Het is een wedstrijd. Het is een wedstrijd.
Het is een wedstrijd die je niet winnen kan.

Het is een wedstrijd. Het is een wedstrijd.
En het gaat maar tegen één man:
Papa, kijk dan! Papa, kijk dan!
Papa, kijk dan naar mij.

(Bram Vermeulen – ‘Het is een wedstrijd’, van de cd Vriend en vijand, 1991)

X = X-chromosomen
Wel nodig, maar niet bepalend voor het voetbalgevoel. Daarvoor heb je zowel X- als Y-chromosomen nodig, in alle lichaamscellen. Met dubbele X-chromosomen in de cellen kom je een heel end, dat is waar, maar dan blijft het voetbalgevoel toch beperkt tot het kontje van Gio, de oranje jurkjes van Sylvie of het lekkere bekkie van Demy (de Zeeuw). En de kinderen, natuurlijk de kinderen. Maar voor het juiste begrip van de buitenspelval, de uitverdedigende keeper of de ruit is die Y onontbeerlijk.

Y = You’ll Never Walk Alone

Het ultieme voetballied. Gezongen door het ultieme voetbalkoor: de fans van FC Liverpool. Uitgevoerd op het ultieme moment: op 23 mei 2007 in Athene, na de Champions League finale tegen AC Milan.

Z = Zangeres Zonder Naam
Tot slot een onvervalste tranentrekker: de smartlap ‘Jantje’s Voetbal’. Het origineel is gezongen door Jerry Bey, de man die altijd in de schaduw stond van zijn beroemde zus. Maar Mary Servaes-Bey had net iets meer ‘snik’ in haar stem. Dus ‘Jantje’s Voetbal’ komt bij haar meer aan. Onvindbaar op YouTube of Spotify, dus de tekst moet hier volstaan:

Jantje wou zo graag gaan spelen
Maar hij durfde niet te gaan
Met zijn voetbal in zijn handtjes
Bleef hij bij het ziekbed staan
Koortsig waren moeders lippen
Ach wat hijgde moeders borst
En hij hoorde haar toen fluisteren
Jantje, moeder heeft zo’n dorst
En buiten riepen zijn vriendjes
Jantje kom nu toch gauw
Dan gaan we fijn samen spelen
Met die voetbal van jou

Met de tranen in zijn ogen
Nam hij toen zijn voetbal mee
En verkocht die voor een gulden
Aan de jongen van benee
Nu kon hij wat lekkers kopen
Voor zijn allerliefste schat
De allermooiste blauwe druiven
Die de groentewinkel had
En buiten riepen zijn vriendjes
Jantje kom nu toch gauw
Dan gaan we fijn samen spelen
Met die voetbal van jou

Buiten adem kwam klein Jantje
Met de druiven in zijn hand
In de armelijke kamer
Bij het schamelijke ledikantje
Moesje, riep hij toen heel zachtjes
Moesje kijk me toch eens aan
Maar zijn moedertje die keek niet
Zij was heel stil heen gegaan
En buiten riepen zijn vriendjes
Jantje kom nu toch gauw
Dan gaan we fijn samen spelen
Met die voetbal van jou…

Lees hier deel 1, de A t/m M