Home

Displaying Tag 'CD'

27 feb 2013
Posted by Menno, and filed under Bowie, Muziek

Eén van de vele leuke dingen die ik aan de mediakermis van mijn Bowie video heb overgehouden is een luistersessie van het nieuwe album van David Bowie. The Next DaySony Music mailde mij vrij snel na het verschijnen van de video op de site van Bowie en nodigden partner-in-crime Sandeman en mij uit om het album te komen previewen voor deze in de winkels ligt, op 8 maart. 

Een aanbod waar ik uiteraard onmiddellijk “JA! TE GEK! WANNEER KAN IK KOMEN” op antwoordde (Sander hoefde niet zo nodig). En zo kon het dat ik dinsdagmiddag in de luisterruimte van het hoofdkantoor van Sony Music te Hilversum zat, om de hoek bij de VPRO, dus mooi meegenomen.

Bakkie Bowie

Bakkie Bowie

Ruud van Sony heette mij welkom en we kwamen overeen dat ik me aan het embargo van 27 februari zou houden. Door de speakers beukten de eerste tonen van het openings- en titelnummer ‘The Next Day’ en een gezonde stroom van spanning en geluk gierde door mijn lijf. Maar nu…hoe een nieuwe plaat te beluisteren van een artiest van wie je al 26 jaar zwaar fan bent, van een artiest wiens muziek je kunt dromen, die in tien jaar niets nieuws meer had afgeleverd. Lastig. Valt het tegen? Valt het mee? Slaat de cd niet over? Ja, ja, dat deed ‘ie heel even…
Lastig ja. Maar gewoon maar afspelen en binnen laten komen. Ik heb per nummer korte bevindingen opgeschreven en zal ze hieronder plaatsen. Ik moet erbij vermelden dat ik de lyrics niet altijd goed kon verstaan, de nummers maar één keer heb gehoord en ik niet in een luie stoel met ogen dicht, benen op tafel en koptelefoon de muziek in me op kon nemen. Maar het gaf een goeie eerste indruk. Here it goes.
Lees verder… »

26 sep 2008
Posted by Menno, and filed under Bowie, Muziek

Nou okee, toch maar even wat serieus op dit blog. Ik doe namelijk genoeg. Zo schreef ik donderdag een recensie voor de film Tropic Thunder, te lezen op Eeuwig Weekend en rond ik zojuist dit stuk af voor een nieuw blog dat ik sinds kort bijhoud voor Radio 6: Bowie.radio6.nl.

Een bijzondere nieuwe Bowie cd die uit zou zijn gekomen, schreef ik in de introductiepost. En ik loog niet. Het betreft hier namelijk een compilatieschijf met 12 nummers, persoonlijk uitgekozen door mr. Bowie himself. Ofwel: welke tracks uit zijn back-catalogue vindt Bowie nu eigenlijk zelf de moeite waard? Een interessante vraag, wat een interessante cd heeft opgeleverd: iSelect.

iSelect Bowie

iSelect Bowie

Deze schijf verscheen eerder als bijlage bij de Britse krant Mail On Sunday, maar is nu ook uitgebracht als cd met boekje met tekst en uitleg van de man. Bowie: “Twelve songs that I particularly like. Few of them are well known, but many of them still get sung at my concerts… usually by me!”

De tracklist:

1. ‘Life on Mars?’ (van Hunky Dory)
2. ‘Sweet Thing/Candidate/Sweet Thing (Reprise)’ (van Diamond Dogs)
3. ‘The Bewlay Brothers’ (van Hunky Dory)
4. ‘Lady Grinning Soul’ (van Aladdin Sane)
5. ‘Win’ (van Young Americans)
6. ‘Some Are’ (bonustrack op de heruitgave van Low uit 1991)
7. ‘Teenage Wildlife’ (van Scary Monsters)
8. ‘Repetition’ (van Lodger)
9. ‘Fantastic Voyage’ (van Lodger)
10. ‘Loving the Alien’ (van Tonight)
11. ‘Time Will Crawl (MM Remix)’ (van Never Let Me Down)
12. ‘Hang on to Yourself (Live)’ (van Live Santa Monica ’72)

Een bijzondere plaat indeed dus, temeer omdat de ‘grote’ hits ontbreken: er staan slechts drie singles op. En vooral ook het nummer ‘Some Are’ uit 1976 is uniek, daar deze enkel op de heruitgave van Low staat. Bowie zegt hierover:

“A quiet little piece Brian Eno and I wrote in the Seventies. The cries of wolves in the background are sounds that you might not pick up on immediately. Unless you’re a wolf. They’re almost human, both beautiful and creepy. Images of the failed Napoleonic force stumbling back through Smolensk. Finding the unburied corpses of their comrades left from their original advance on Moscow. Or possibly a snowman with a carrot for a nose; a crumpled Crystal Palace Football Club admission ticket at his feet. A Weltschmerz [world weariness] indeed. Send in your own images, children, and we’ll show the best of them next week.”

Een persoonlijke favoriet, waarvan ik altijd gehoopt had deze eens live te horen (tevergeefs) is ‘Lady Grinning Soul’. Leuk om te lezen dat ook Bowie achter dit nummer staat. Nog zo’n prachtnummer is ‘Repetition’, een track van Lodger uit 1979. Deze speelde Bowie voor het eerst live in 1999, tijdens een TV-opname voor ‘Storytellers’ van VH-1. Een sterk nummer, dat het onderwerp ‘wife-beating’ behandeld. Bowie vertelt met een monotome stem het verhaal van Johnny, een grote gast, die nogal gefrustreerd is, want ‘he could have had a Cadillac If the school had taught him right’. En erger nog: ‘He could have married Anne with the blue silk blouse’. In plaats daarvan zit hij opgescheept met een vrouw die niet eens kan koken. Johnny zegt: ‘What’s the good of me working when you can’t damn cook?’. En dus slaat hij haar. Op de maat van de muziek, die repetitief voortdreunt. Een prachtzin is: ‘I guess the bruises won’t show if she wears long sleeves. But the space in her eyes shows through’.

Bowie: “I had known more instances of this behaviour than I would have preferred to have been made aware of and could not for the life of me imagine how someone could hit a woman, not only once but many, many times.”

iSelect is vanaf14 oktober te koop. Bijvoorbeeld bij Bol.com of Amazon.
De teksten kun je op je gemak al lezen op deze pagina van Mail on Sunday.

25 aug 2008
Posted by Menno, and filed under Muziek, Recensie

Met twee uiterst experimentele, maar succesvolle platen in zijn kielzog, voelde David Bowie zich begin 1979 nogal uitgebowie’d. Ook had zijn muziek de hitlijsten al twee jaar niet gehaald. Tijdens een pauze in de wereldtournee van 1978 nam hij opnieuw met Brian Eno en Toni Visconti een album op, dat bekend staat als de derde in de Berlin-trilogy. Vreemd, aangezien het ten eerste niet in Berlijn werd opgenomen en ten tweede een stijlbreuk is in vergelijking met Low en “Heroes”. Het werd een narratief album dat bekend staat als Bowie’s ‘reisplaat’. Deel 3 in de Berlin-trilogy reeks van Bowie: Lodger.

Het derde ‘Berlijn’-deel kreeg een aantal werktitels mee, voordat het in mei 1979 definitief als Lodger in de winkel lag, waaronder Planned Accidents en Despite Straight Lines, beide verwijzend naar Bowie’s nieuwste compositiemethode. Onder de muzikanten bevonden zich, naast vaste krachten Carlos Alomar (slaggitaar) en George Murray (bas), gitarist Andrew Belew van King Crimson. Opnames vonden plaats in Zwitserland en New York en ondanks het ontbreken van instrumentale nummers en gezien het feit dat er zelfs een aantal ‘hits’ op staan is Lodger verre van een commercieel album. Het is een experimentele en chaotische plaat met zeer diverse muziekstijlen en nummers die soms zelfs tegen het valse aan klinken en verzinken in een bak met herrie. Fameus voorbeeld hiervan is het nummer ‘Boys Keep Swinging’, waarop Bowie de bandleden van instrument liet wisselen. Ja, dat is vragen om wanorde.

Bowie in 1979Bowie in 1979

Het levert wel een bijzondere langspeler op met een geheel eigen geluid, maar zonde is het ook wel een beetje, aangezien er een aantal zeer mooie nummers op staan die ten onder gaan in de brei van de proef. De opnames van Lodger verliepen ook minder vlot dan de vorige albums. Tijdens de drie opnameweken werd duidelijk dat Bowie en Eno behoorlijk andere kanten op wilden met de nummers en muzikaal gezien niet meer op één lijn zaten. Zo heeft Eno in latere interviews ook laten weten dat hij van de drie Berlijn-albums het minst trots op Lodger is. Bandleden vertelden de media ook dat het duidelijk was dat ook Bowie’s hart niet volledig in dit album zat. Een ander veel gehoord kritiekpunt is dat de geluidskwaliteit van Lodger beneden peil is. Op nieuwe digitale uitgaven op CD valt het nog wel mee (al is het zeker hoorbaar), maar op vinyl klonk het dof zonder goed hoorbare hoge en lage tonen. Het tekort aan bezieling, dat er wél was bij Low en “Heroes”, is hier aansprakelijk.

Een trip
Toch is Lodger de moeite waard. Het is letterlijk en figuurlijk een trip die je meeneemt naar de meest obscure hoeken van onze en de muzikale wereld. Spontaniteit speelde een sleutelrol tijdens het opnameproces en dat heeft op het merendeel van het album een positieve invloed gehad. De nummers werden in twee, het liefst zelfs in één take opgenomen, zodat de fouten er gewoon in bleven. Over Planned Accidents gesproken.

De albumhoes weerspiegelt de inhoud van Lodger goed: verontrustend. Want wat is er nu eigenlijk op te zien? Bowie door Brian Duffy gefotografeerd met een ingedeukte neus op een lade in een mortuarium, armen en benen in een ongemakkelijke positie. En dit alles in de vorm van een ansichtkaart, namens ene ‘Lodger’ (in vier talen), geadresseerd aan David Bowie, p/a RCA Records te Londen. En wat heeft ‘ie in zijn in verband gewikkelde rechterhand?

Een aantal bronnen vermelden dat de pose een verwijzing is naar de vermoorde Che Guevara. Niet zo vreemd, aangezien de binnenkant van de vynil versie foto’s laat zien van Guevera’s lijk, tezamen met Andrea Mantegna’s schilderij ‘The Lamentation over the dead Christ’. Eén ding maakt de cover wel duidelijk: Bowie is op reis en stuurt dit album als kaartje. Lodger (huurder) gaat dan ook van Afrika naar Turkije en van Griekenland naar Rusland waar Bowie dan ook vol overgave over zingt. Niet voor niets vangt het album aan met ‘Fantastic Voyage’.


De binnenkant van de vynil cover van Lodger

Nummer voor nummer
Laten we de nummers één voor één behandelen. Te beginnen met de zwakste kant, Kant A.

Fantastic Voyage’ is een prachtige ballad (met Belew en Visconti op de mandoline) met een intrigerende tekst. Een verademing ook, na de donkere klanken van de twee voorgangers. Het is Bowie’s eerste “protestsong” sinds een lange tijd, waarin hij de dreiging van een (nucleaire) holocaust en de “depressie” van de leiders in de zeventiger jaren bezingt als een ouwe man die terugkijkt op betere tijden. ‘It’s a moving world, but that’s no reason to shoot some of those missiles’, zingt Bowie. En later op cynische toon: ‘We’ll get by. I suppose’. Grappig detail: ‘Fantastic Voyage’ heeft exact hetzelfde akkoordenschema als ‘Boys Keep Swinging’, nummer 8 op het album. En vergelijk ‘m ook eens met ‘Word On A Wing’ uit 1976. Hoor je de gelijkenis?

Nummer 2 neemt ons in een kleine drie minuten mee naar Afrika. ‘African Night Flight‘ is het meest vernieuwende nummer op de plaat. Bowie rapt notabene. Nou ja, hij praat heel snel. Op de achtergrond gaat Eno helemaal los en tovert een arsenaal aan jungle geluiden uit zijn synthesizer (‘cricket menace’ volgens de credits). Het nummer is gebaseerd op Bowie’s gesprekken met inboorlingen tijdens zijn reizen door Afrika, maar het is tevens een parodie op een gedicht van W.H. Auden, genaamd ‘Night Mail‘. Hoe het ook zij, ‘African Night Flight’ is een geinig niemendalletje, schijnbaar geïnspireerd door een achterstevoren gedraaide versie van Credence Clearwater Revival’s ‘Suzy Q’. Oh, en ‘Asanti habari, Asanti nabana’ betekent ‘Hello, Goodbye’. Mij doet dit nummer vrij weinig.

Anders is dat met de volgende track ‘Move On‘. Een sympathiek nummertje, wederom over reizen (‘I’m just a traveling man’), waarin Bowie straight-forward verklaart overal ter wereld te zijn geweest, maar dat zijn voorkeur uitgaat naar het Griekse eiland Cyprus: ‘Cyprus is my island when the going’s rough, I would love to find you, Somewhere in a place like that’.

Yassasin’ verplaatst het toneel naar Turkijke. ‘Turkish for Long Live’ prijkt achter de albumtrack op de CD-hoes. Bowie goes wereldmuziek. Inclusief Arabische melodie- en vioolpartijen en een Jamaicaanse reggaebeat. De tekst is wederom ongelaagd en verhaalt simpelweg over het goede leven en fijne mensen op het platteland.

Dan zetten we zeil naar ‘Red Sails’, nummer 5 op Lodger. Op alle fronten een nietszeggend nummer. Geeft Bowie ook toe: “I honestly don’t know what it’s about”. Het geluid is slecht, de tekst is volledig triviaal en de muziek is niet spannend, op het einde na, waar de sologitaar lekker los gaat in het typisch knetterende geluid dat de drie Berlijn-platen ze herkenbaar maakt.

Deel 2
Niet een heel bijzondere Kant A dus. Gelukkig wordt dat ruimschoots goedgemaakt met een ijzersterk tweede deel, waarop Bowie is uitgereisd en zich weer lijkt te concentreren op sterke songs. Vanaf nummer 6 op de CD begint het feest met ‘DJ’, misschien wel het beste nummer van Lodger. Prachtige violen, een lekkere riff en sterke lyrics over de DJ, een opkomend fenomeen eind jaren ’70. ‘I am a DJ, I am what I play’ zingt Bowie, gevolgd door ‘I’ve got believers believing me’ en twee grote smokken. Tarkan, eat your heart out! ‘DJ’ werd gereleased als single, maar zat te ingewikkeld in elkaar om aan te slaan bij het grote publiek. De bijbehorende videoclip van David Mallet is prachtig.


De videoclip van DJ

Het volgende nummer, ‘Look Back In Anger’, kreeg ook een videoclip, waarin Bowie de schilder te zien is. Op zijn doek is de “Angel of Death” te zien, waar het nummer ook over handelt. De clip is geïnspireerd op Oscar Wilde’s The Picture of Dorian Gray, terwijl de titel refereert naar John Osborne’s toneelstuk Look Back in Anger. Maar de ware Bowie fan leest meer in de titel.


De videoclip van Look Back In Anger

Next up is de laatste single van Lodger, ‘Boys Keep Swinging’. Het werd een grote hit, al haalde het slechts nummer 7 in de Britse hitlijst. Zoals gezegd heeft ‘Boys Keep Swinging’ exact hetzelfde akkoordenschema als ‘Fantastic Voyage’ en liet Bowie, bij wijze van experiment, de bandleden van instrument wisselen, wat een rauwe garagerock-achtige sound opleverde. Het nummer, met teksten als ‘When you’re a boy, you can wear a uniform. When you’re a boy, other boys check you out’ en ‘Boys always work it out’, doet denken aan ‘In The Navy’ van The Village People en schurkt tegen het homo-erotische aan. En dan heb ik het nog niet eens over de videoclip, waarin Bowie tot drie maal toe in volledige drag verschijnt. Een unieke vertolking van dit nummer geeft Bowie, wederom in mantelpakje, tijdens ‘Saturday Night Live’ later dat jaar.


De videoclip van Boys Keep Swinging

Het een-na-laatste nummer op Lodger is een sterk nummer, dat het onderwerp ‘wife-beating’ behandeld. In ‘Repetition’ vertelt Bowie met een monotone stem het verhaal van Johnny, een grote gast, die nogal gefrustreerd is, want ‘he could have had a Cadillac If the school had taught him right’. En erger nog: ‘He could have married Anne with the blue silk blouse’. In plaats daarvan zit hij opgescheept met een vrouw die niet eens kan koken. Johhny zegt: ‘What’s the good of me working when you can’t damn cook?’. En dus slaat hij haar. Op de maat van de muziek, die repetitief voortdreunt. Een prachtzin is: ‘I guess the bruises won’t show if she wears long sleeves. But the space in her eyes shows through’. Eén van de meest ondergewaardeerde nummers van Bowie.

Lodger sluit af met ‘Red Money‘, waarvan de melodie een kopie is van Iggy Pop’s ‘Sister Midnight’, van diens album ‘The Idiot’ (geproduceerd door Bowie). De lyrics gaan over verantwoordelijkheid. Geinig detail is dat een van de laatste woorden in de tekst zijn: ‘Project cancelled’, wat kan duiden op het einde van de samenwerking tussen Eno en Bowie.


Bowie in Saturday Night Live in 1979

En zo is Lodger alweer voorbij, zo snel als het begon. In 35 minuten heeft Bowie je over wereld laten reizen en de laatste stuiptrekkingen van een zeer vruchtbare samenwerking tussen twee intellectuele muzikanten laten horen. Het zou 16 jaar duren voor Eno en Bowie weer samen een album zouden opnemen. In 1995 verscheen 1. Outside, naar verluid ook weer het eerste deel van een reeks (meerdere bronnen maken melding van vijf delen). Maar na Lodger was de koek op. Drie albums op een rij die bekend werden als de Berlin-trilogy, waarvan de chronologische volgorde mijns inziens overeenkomt met de kwaliteit.

Na Lodger
Lodger, gesteund door een drietal singles en videoclips, Bowie’s grote naam en de goed ontvangen albums Low en “Heroes”, werd niet geheel positief ontvangen door de critici en fans. Het algemene gevoel was dat het een beetje een verzamelbak was van ‘leftovers’ van Bowie en Eno. Het feit dat deze 10 tracks geselecteerd waren uit 22 nummers hielp ook niet echt.  Rolling Stone Magazine noemde het een voetnoot van “Heroes”.  Toch haalde Lodger nummer 4 in de Britse en nummer 20 in de Amerikaanse albumlijsten en promootte Bowie het album volop.

Bowie zou nog één meesterlijk album maken, Scary Monsters, om daarna af te zakken in de afschuwelijke jaren ’80 en een decennium lang gedrochten als Let’s Dance, Tonight en Never Let Me Down te produceren. Maar meer over Bowie in de jaren ’80 op mijn eigen MennoBlog.

Hiermee eindigt mijn driedelige analyse van Bowie’s klassieke Berlin-trilogy op Eeuwig Weekend. Wie weet pak ik later nog eens uit met andere parels uit het rijke oeuvre van de man (denk aan Hunky Dory, Aladdin Sane, Station to Station of Heathen), maar voor nu raad ik je aan de albums Low, “Heroes” en Lodger te (her)beluisteren. Zoals je kon lezen zijn ze meer dan de moeite waard.

Voor het overzicht, mijn besprekingen van de trilogie:
Deel 1: Low (1977)
Deel 2: “Heroes” (1977)
Deel 3: Lodger (1979)

7 aug 2008
Posted by Menno, and filed under Muziek, Persoonlijk, Recensie

‘We can be heroes. Just for one day’. Deze zin, afkomstig van David Bowie’s single “Heroes” , ken je ongetwijfeld. Maar ken je het album ook? Of is dit weer, net als z’n voorganger Low, zo’n moeilijke Bowie-plaat die je wel in huis hebt, maar amper beluistert? Niet doen! Okee, “Heroes” is wederom niet vrolijkmakend, maar wat is het een intrigerend tijdsdocument en wat staan er weer een aantal exorbitant mooie nummers op. Deel 2 van 3 in de Berlin-trilogy reeks van Bowie: “Heroes”.

Waarom “Heroes” de moeite van het luisteren waard is? Het is Bowie op een Koto in een Japanse mostuin. Het is Bowie tetterend op een saxofoon alsof zijn leven er van af hangt. Het is Bowie die weer zin krijgt in muziek maken. Het was en is ontzettend invloedrijke plaat en bevat het nummer ‘”Heroes”‘, dat net als Queen’s ‘We are the Champions’ een iconisch lijflied is geworden. “Heroes” is een kolos onder de popalbums.

Low deel 2
Omdat de releasedatum van Low vertraagd was, volgde “Heroes” al snel. Beide platen kwamen uit in 1977. Het album kan gezien worden als Low deel 2: het werd grotendeels met dezelfde groep muzikanten opgenomen, wederom geproduceerd door Tony Visconti en uiteraard weer onder auspiciën van verstrooide popprofessor Brian Eno. Gitarist Robert Fripp speelde in razend tempo (1 dag!) een aantal gitaarpartijen in die zo ontzettend bepalend zijn voor de sound van het album. De locatie, de Hansa Studios in Berlijn lag op steenworpafstand van de Muur en een wachttoren met bewapende soldaten. Iets wat zeker invloed had op de stemming en sfeer van het album. De meeste nummers werden in één take opgenomen en in totaal stond het hele album binnen één maand op tape. Zo gaat dat vaak met meesterwerken.


Bowie met snor, Visconti en assistent Edu Meyer in de Hansa Studios. Foto: Barbara Meyer

Helden
De cover-art, gefotografeerd door de Japanner Masayoshi Sukita, laat een verontrustend kijkende Bowie zien in een artistieke pose, gebaseerd op de schilderijen Ein Junger en Roquairol van de Duitse expressionistische schilder Erich Heckel (1883-1970). Niet geheel ontoevallig is de coverfoto van Iggy Pop’s The Idiot (1977, geproduceerd door Bowie) op dezelfde schilderijen gebaseerd.


Heckel’s Ein Junger en Roquairol

Het album “Heroes” (met ironisch bedoelde aanhalingstekens) kwam in oktober uit, nadat Bowie de opnames van Iggy Pop’s Lust for Life en diens tournee (waarbij Bowie als pianist in de band zat) had afgerond. “Heroes” werd gelanceerd met de slogan ‘There’s Old Wave, there’s New Wave and there’s David Bowie’, was een tikkie optimistischer dan Low en had ondanks de deprimerende opname-omgeving en thematiek een opbeurender karakter. Ook is Bowie meer te horen dan op de voorganger en bevat de plaat zelfs een lyricssheet als bijlage, iets wat de man, onzeker over zijn eigen schrijven, sinds Aladdin Sane (1973) niet meer aandurfde. En ook al was Bowie van zijn coke verslaving aan het afkicken, de drank werd des te gretiger naar binnen gegoten (‘And I, I’ll drink all the time’).

Nummer voor nummer
Net als Low bestaat ook “Heroes” uit twee delen. Op kant A (nummers 1 t/m 5) is Bowie op zang te horen en zijn de nummers een stuk toegankelijker, soms zelfs poppie. Kant B (nummers 6 t/m 10) daarentegen is instrumentaal en zware kost, op het nummer ‘The Secret Life of Arabia’ na, dat zelfs in zijn geheel misstaat op “Heroes”.

Kant A
“Heroes”
vangt aan met ‘Beauty and the Beast‘. Ja, die van het sprookje. Het rauwe nummer introduceert een Bowie die weer een andere stem lijkt te hebben dan op alle voorgaande albums. Laag met zo nu en dan een flinke uithaal: ‘You can’t say no to the Beauty and the Beast!’. Deze opener is vrij donker en zet de toon voor de rest van het album. De repetitieve melodielijn werkt bijna hypnotiserend en de teksten zijn biografisch: ‘I wanted to believe me, I wanted to be good’. Over de goede (beauty) en slechte (beast) kant in zichzelf. De toon is gezet.

Joe the Lion‘ is het volgende nummer. Hier zingt Bowie over Chris Burden. Een Amerikaanse performance artiest, die het begrip ‘kunst’ nogal ver liet gaan. Zo liet hij zich boven een zwembad hangen met twee elektroden in zijn hand, liet hij zich in een zak op een snelweg leggen en zelfs aan een Volkswagen nagelen (‘Nail me to your car and I’ll tell you who you are”). De lyrics zinspelen naar een droomtoestand, waarmee Bowie lijkt te zeggen dat Berlijn van de jaren ’70 een droomwereld is geworden waar types als Joe the Lion goed gedijen. Bowie klinkt kwetsbaar en laat tegelijkertijd een van zijn meest aanstekelijke zangpartijen horen.

En dan komt hét nummer. De titelsong en een monsterhit van jewelste voor Bowie: “Heroes”. Ook weer met een knipoog naar de droomwereld (‘You can be like your dreams tonight!’) en onsterfelijk gemaakt door het briljante kippenvel oproepende gitaarspel van Robbert Fripp. Het nummer zou geïnspireerd zijn door twee jonge geliefden die afspraken bij de Muur, gade geslagen door Bowie. ‘I can remember/Standing, by the wall/And the guns, shot above our heads/And we kissed, as though nothing could fall’. Sommige bronnen vermelden dat een van de geliefden producent Visconti was die daar stond te zoenen, maar dat dit incident op zijn verzoek werd stilgehouden omdat hij destijds getrouwd was. Hoe het ook zij, “Heroes” blijft een dijk van een nummer met een breekbare en gepassioneerde Bowie die zijn zangpartij in drie verschillende microfoons inzong. De eerste stond vlak voor hem, de tweede op 10 meter en de derde op 20 meter afstand. In het begin als Bowie rustig zingt doet de eerste microfoon zijn werk en als hij zijn stem verheft springt de tweede open. Gaat hij helemaal los, dan springt de derde microfoon open en moet Bowie zijn longen uit zijn lijf schreeuwen. Je hoort dan ook een behoorlijke galm op dit moment. Overigens is de tekst ‘I wish I could swim’ oprecht. Bowie kon op dat moment echt niet zwemmen.

Vervolgens krijgen we de ballad ‘Sons of the Silent Age‘ voor onze kiezen. Andere koek. In dit nummer verhaalt een ijzersterk zingende Bowie in een behoorlijk donker en somber klinkende compositie, begeleid door een dreigende sax over een andere tijd. Een tijd waar mensen als ongeschoolde zombies leven (‘blank looks and no books’) en hun tijd uitzitten (‘They don’t walk, they just glide in and out of life/They never die, they just go to sleep one day’). Een prachtnummer.

Het laatste nummer van Kant A is interessant. ‘Blackout‘ gaat over Bowie’s drugverslaving en de gevolgen daarvan (waaronder een black out in 1976) en de gebeurtenissen in zijn privéleven: ‘Get me to a doctor’s I’ve been told/Someone’s back in town the chips are down’. Waar die ‘someone’ zijn vervelende ex-vrouw Angie betreft. ‘Get me some protection!’, zingt hij later. ‘Blackout’ is chaotisch van opzet, met zijn breaks, snerpende synthesizers en achtergrondlawaai.

Kant B
En dat was het moment waarop men vroeger de plaat omdraaide, om aan de donkere kant B te beginnen. Tegenwoordig beuken we gelijk door naar ‘V-2 Schneider‘, een instrumentale track, die nog niet eens zo somber is. Een typisch Bowie-beïnvloed-door-Eno, dat op zijn beurt weer flink refereert aan Kraftwerk. Florian Schneider was de toetsenist en zanger van deze Duitse electroband, waarvan de invloeden reeds eerder op Low waren te horen. Uiteraard slaat de V2 in de titel op de V2 raketbom die Hitler afvuurde op de geallieerden in de laatste dagen van WOII. Bowie vangt in ‘V-2 Schneider’ te laat aan met de saxofoonpartij. Een foutje dat hij erin heeft gelaten.

Het volgende nummer, ‘Sense of Doubt‘ is Bowie’s ‘darkest hour’. Nog zwaarder dan de zwaarste nummers op Low. Als je begint aan dit nummer moet je niet te depressief zijn, want je schiet er in door. Dit is Berlijn op z’n treurigst. Vier lage tonen op de piano vormen de basis voor deze claustrofobische trip. Het enige lichtpuntje is de ruis van de zee op de achtergrond. Daar wil je heen! Weg uit deze hel.
In 1977 is er een uniek videoclipje geschoten van Bowie aan het werk aan ‘Sense of Doubt’ in de Hansa Studios (let vooral niet op de Italiaan die erdoorheen tettert):

Gelukkig gaat het nummer na een kleine vier minuten naadloos over in een ietwat luchtiger stukje muziek. ‘Moss Garden‘ neemt ons mee naar het land van de rijzende zon. Nu geen Bowie op een naargeestige sax, maar op een sfeervolle koto. Tijd lijkt stil te staan in dit nummer en als je je ogen sluit waan je je in een bloem- en mosrijke Japanse tuin. Jammer van die blaffende hond op de achtergrond.

Maar het is weer snel gedaan met de rust als Bowie de saxofoon weer ter hand neemt in ‘Neuköln’. Deze verontrustende track, vernoemd naar de zuidoostelijke buurt van Berlijn, voornamelijk bewoond door (Turkse) immigranten, stemt niet vrolijk. De saxofoon wordt bijna vals bespeeld en klinkt tegen het einde, als de begeleiding wegvalt, als een stoomhoorn van een in nood verkerend schip in de mist.

En hiermee is het alweer gedaan met het instrumentale gedeelte. Rest nog één nummer op “Heroes”, de outsider ‘The Secret Life of Arabia‘. Van Duitsland, via Japan, naar het midden-oosten. Een lichtvoetig, poppie nummer dat er eigenlijk niet toe doet. Beetje nietszeggend. En toch wordt het door velen als het beste nummer van de plaat bestempeld. Bowie bezingt het leven (weer) als een film: ‘You must see the movie the sand in my eyes/I walk through a desert song when the heroine dies’. Wel een erg lekker basloopje, dat vaag doet denken aan ‘Hit me with your Rhytm Stick‘ van Ian Dury.

In tegenstelling tot Low, laat Bowie je met ‘The Secret Life of Arabia’ niet beduusd achter, maar opgebeurd. Alsof het beter lijkt te gaan met hem, nu hij twee platen in Berlijn heeft opgenomen en is bekomen van de drukte, het succes en de wilde jaren. Feit is dat Bowie deze plaat wél ging promoten, door op te treden in de tv-show ‘Marc’ van vriend Marc Bolan en zelfs een kerstduet opnam met Bing Crosby.

Mooie plaat, met ‘”Heroes”‘ als absolute hit. Inmiddels heeft dit nummer bijna patriottische waarde gekregen, toen Bowie het op 20 oktober 2001 live ten gehore bracht op het 9/11 memorial concert en steun bood aan een verslagen natie:

“Heroes” van Bowie. Wat een held. Wéér een meesterwerkje afgeleverd. De trilogie werd twee jaar later afgerond met Lodger, welke in tegenstelling tot de eerste twee albums, geen instrumentale tracks bevat. Het is wel het album met de meeste hits: ‘DJ’, ‘Look Back in Anger’ en ‘Boys Keep Swinging’. Veel nummers van Low en “Heroes” werden opgenomen in de setlist van de tournee in 1978 en kwamen in september van dat jaar uit op de kwalitatief zeer goeie live-plaat Stage.

Voor het overzicht, mijn besprekingen van de trilogie:
Deel 1: Low (1977)
Deel 2: “Heroes” (1977)
Deel 3: Lodger (1979)

21 jul 2008
Posted by Menno, and filed under Muziek

Wil het toch even hebben over Axl. Wie? Axl Rose, die lieve jongen van hardrockband Guns n’ Roses. Leeftijdsgenoten klikken nu snel verder of gaan extra rechtop zitten. Want you love ‘em or you hate ‘em. Persoonlijk ben ik altijd een liefhebber geweest. Ik weet nog hoe blij ik was toen ik de dubbelaar Use Your Illusion I & II op cassettebandjes had. Gewéldige albums. Maar ook de voorgangers Appetite for Destruction en G N’ R Lies trok ik goed. Na het vierde album, The Spaghetti Incident?, werd het stil rond dit zootje ongeregeld. Erg stil. Sinds die tijd gonst het van de geruchten dat het nieuwe album van Guns n’ Roses, Chinese Democracy, er nu écht aan zit te komen, zonder bevredigend resultaat. Maar nu – anno 2008- lijkt het dan toch te gebeuren. The return of Axl.

Een nieuwe Guns n’ Roses. Dat zou wat zijn. Maar zou het ook wat zijn? Tussen 1994 en 1998 hebben we niks gehoord van de inmiddels 46-jarige Axl. Daarna trad hij sporadisch op met Guns n’ Roses in een nieuwe bezetting, maar nieuw materiaal is er niet. Heeft het langharige opgewonden standje het nog?

Hoe zat het ook alweer?
Guns n’ Roses werd in 1985 opgericht door W. Axl Rose en al snel kwamen bassist Duff McKagan, drummer Steven Adler, gitarist Izzy Stradlin en (solo)gitarist Slash erbij. Twee jaar later kwam de debuutplaat Appetite for Destruction met daarop de monsterhits ‘Welcome to the Jungle’ (You know where you are? You’re in the jungle baby!), ‘Paradise City’ en ‘Sweet Child O’Mine’. Mijn persoonlijke favoriet van dat album is ‘Mr. Brownstone‘. De band werd ongekend populair. Zo populair dat hun concerten massaal bezocht werden en er zelfs twee fans vooraan het podium werden doodgedrukt. Dit dramatische incident leverde de boys de “stoere” bijnaam op: The world’s most dangerous band.


v.l.n.r. Duff, Slash, Axl, Steven, Izzy in de jaren ’80

Leugens?
Toen in ’88 de tweede plaat uitkwam, het intrigerende G N’ R Lies, had de band al een behoorlijke ‘bad boys’-reputatie opgebouwd, voornamelijk gevoed door het arrogante gedrag en excessieve heroïnegebruik van de bandleden. Op dit album staat ook het nummer ‘One in a Million’, welke de weinig verbloemende tekst bevat:

Immigrants and faggots
They make no sense to me
They come to our country
And think they’ll do as they please
Like start some mini Iran
Or spread some fucking disease
They talk so many goddamn ways
It’s all greek to me

Pure poëzie, nietwaar? Het resulteerde uiteraard in een golf van kritiek en Axl werd voor racist (ook ‘niggers’ worden in de lyrics terloops gehoond) en homohater uitgemaakt. Zijn weerwoord: het zijn de woorden van de protagonist, niet van mij. Als “goedmakertje” verscheen de relnicht jaren later, tijdens de Freddie Mercury Tribute, op het podium voor een duet met Elton John. Op G N’ R Lies staat naast ‘Used to Love Her’ (I used to love her but I had to kill her / She bitched so much, she drove me nuts / And now I’m happier this way), overigens ook de onschuldige hitsingle ‘Patience’.

Het begin van het eind
Drummer Steven Adler werd, toen de band in 1990 opnames maakte voor Use your Illusion I & II, ontslagen. Zijn drugsgebruik beïnvloedde zijn spel nogal in negatieve zin en werd vervangen door Matt Sorum. In 1991 kwam de dubbelaar uit en zit bomvol sterke nummers, vooral de singles ‘Don’t Cry’, ‘November Rain’, ‘Estranged’ en de pompende rocker ‘You Could be Mine’ (met videoclipje bij de film Terminator 2). De 28 maanden (!) durende tournee die volgde is er één vol relletjes, opspraak en ellende, wat na het uitbrengen van het matige coveralbum The Spaghetti Incident? (1993) langzaam aan resulteerde in het uiteenvallen van de band.

Het internet staat vol met de smeuïge details over de tournee, maar kort door de bocht kan ik zeggen dat Axl nogal een opgewonden standje is en niet terugdeinst om op mensen in het publiek in te slaan en optredens voortijdig te beëindigen als het hem niet zint. Berucht is het ‘St. Louis Incident’ waar Axl een filmende bezoeker maant zijn camera stop te zetten. Doet ‘ie niet, dus springt Axl het publiek in om de camera te pakken (I’ll take it goddammit!). Daarna gooit Axl zijn microfoon op de grond (publiek denkt dat er een pistool wordt afgevuurd) en loopt weg om niet meer terug te keren. En weet je wat het leuke is? Het is allemaal gefilmd! Kijk:


Axl slaat erop los. Een You Tube moment is geboren

En toen was het er nog maar één
De bandleden verlaten wildebras Axl één voor één en Axl is weer heulemaal solo. Het weerhoudt hem niet om nieuw materiaal te schrijven, waar we nu nog steeds op wachten. Veertien jaar dus al.
Chinese Democracy
. Zo moet het album (wat het eerste deel van een trilogie is) gaan heten. En de verwachtingen zijn hooggespannen. Tot op heden is er een zestal nummers op het internet gelekt, te weten ‘The Blues’, ‘Chinese Democracy’, ‘Better’, ‘Catcher in the Rye’, ‘I.R.S.’ en ‘There Was a Time’, waarvan de laatste titel veelzeggend is.
Frisdrankfabrikant Dr. Pepper beloofde begin dit jaar een gratis blikje fris voor iedereen in de VS (behalve ex-Guns n’ Roses gitaristen Slash en Buckethead) als Chinese Democracy dit jaar nog uitkomt. Zwetende handjes dus voor de brouwers van dit ranzige drankje, want de komst begint er nu echt op te lijken. Zo is het al zeker dat een track van de plaat, ‘Shackler’s Revenge’, te horen zal zijn in het spel Rock Band 2, dat in het najaar verschijnt. En als je de site Chinese Democracy When mag geloven, komt ‘ie zeker weten nog in 2008.

Hoe het ook zij, die gekke Axl heeft de spanning goed op weten te bouwen. Maar of dat een goede zaak is, weet ik niet. De verwachtingen zijn bijna even hoog als de nieuwe plaat van Wacko Jacko. En dan kan het eigenlijk alleen maar tegenvallen. En de magie van Guns n’ Roses zat ‘m natuurlijk niet alleen die krakerige rotstrot van Axl. Het was ook de geniale tegen-het-valse-aan-klinkende gitaarspel van Slash en de quasi-nonchi imago’s van de bandleden.
Ik zal er echter geen geheim van maken dat ik er naar uitkijk en hoop dat er een aantal werken in de lijn van ‘You Could be Mine’, ‘Mr. Brownstone’, ‘Welcome to the Jungle’ en ‘Rocket Queen’ tussen zitten. Want verdomme, wat een lekkere nummers blijven dat toch. En als ze dan ook nog een videoclip van dit kaliber schieten, kan er niets meer misgaan:

xfactor
xfactor
 
xfactor
Dit is de webstek van Menno Kooistra. Alles wat zich binnen de digitale muren van Mennomail.nl afspeelt is beveiligd door deze jongen: ©.