Home

Displaying Tag 'Jaren ’80'

26 jan 2015
Posted by Menno, and filed under Film

Had sinds ik de film voor het eerst zag, ergens half jaren ’80, weer eens zin in Schatjes (1984).

Gekke film toch. En bijna surrealistisch in al z’n droge, zwarte humor, onmogelijke gebeurtenissen, buitenaardse dialogen en wereldvreemde personages.

Schatjes

Ook lekker veel slapstick

Het feit dat de dochter Akkemay destijds 14 jaar was en haar scenes eigenlijk als kinderporno kunnen worden beschouwd maakt de film nog ongelofelijker. Cinematografisch is ook eigenlijk best wel goed, zeker tegen het einde als de ouders hun eigen huis weer willen betreden en de film een prachtig belichte spannende horror wordt (met uiteraard flinke verwijzingen naar The Shining, inclusief het Wolf en de drie biggetjes-verhaal).

Schatjes

Evil Deadish

Het is echter het kneuterige nagesynchroniseerde Nederlands dat de film ongeloofwaardig maakt. Maar aan de andere kant draagt dat ook bij aan de cultstatus die het inmiddels geniet. En wat was dat geweldige musicalstukje ineens? Moest ook erg lachen om het laatste frame, wat er met de kids terecht is gekomen.

Schatjes

Hoe het de kids verging

Nu Mama is Boos! (1986) maar doen?

10 aug 2009
Posted by Menno, and filed under Audio, Persoonlijk, TeeVee

Ergens in 1988 liep ik als 12 -jarige snotneus rond met een taperecorder. Alles wat een dag lang mijn pad kruiste werd op de cassettebandje opgenomen. Zo werd het geluid van een lopende kraan, een sluitende rits en een piepende cavia vereeuwigd, maar ook nam ik de gewone dagelijkse gesprekken tussen mijn ouders en geluiden op in huize Kooistra. Erg bijzonder om weer terug te horen zo’n 21 jaar later.

Ook speciaal zijn de flarden van televisieprogramma’s die ik opnam. Meerdere malen zapte ik langs onze 16-kanalen tellende televisie met Play en Record op de taperecorder ingedrukt. Het levert, zeker in retrospectief, een fraai tijdsbeeld op. Liedjes van toen, reclames en opvallend veel tekenfilms; het was zeker in de ochtend dat ik het allemaal opnam.

Luister mee! Televisie anno 1988!
(met excuses voor de overal doorheen tetterende parkiet)

Fragment 1, waarin ik de animatieserie M.A.S.K. en de debuutsingle ‘Perfect’ van Fairground Attraction herken. Misschien ook een stukje Scooby Doo? Wat herken jij?

Fragment 2. Wat is dat eerste stuk? Een make-over programma? Toen al? En ach, daar zul je Mel & Kim hebben. En wat is die cartoon? Heathcliff wellicht? Het fragment eindigt met ‘Stay on these roads’ van A-Ha.

Fragment 3. “Temperatuur is goed. Wasmiddel is fout. Voor zulke mooie dingen moet u Dreft hebben”. Prachtig! En wie is de man aan het begin? Fred Oster? Willibrord Frequin? Zeg het me!

En tot slot fragment 4. Ja! Dat is He-Man! “By the power of Grayskull!” Wat horen we verder? Een Blue Band reclame, de ‘European Top 40’ en de ‘Supertimeclub’? Wat was dat? En weer cartoons. Maar welke. Het eindigt in elk geval met Jem.

4 mei 2009
Posted by Menno, and filed under Film, Recensie

Al jaren heb ik, als mensen mij vragen wat ik de beste film ever vind, hetzelfde antwoord klaar: Donnie Darko. Deze film uit 2001 van Richard Kelly blies mij destijds compleet omver. Alles wat een film voor mij perfect maakt zit er in. Inmiddels zag ik ‘m zo’n tien maal en bezit ik naast de bioscoopversie ook de Director’s cut. En nog altijd kan ik er niet genoeg van krijgen.

Donnie Darko was het debuut van Kelly (en betekende de doorbraak voor Jake Gyllenhaal en een pracht come-back voor Patrick Swayze) en kwam mede tot stand met de hulp van Drew Barrymore, die wel potentie zag in de low-budget film en ‘m produceerde. Al snel genoot de film een enorme cult status en werd Kelly de hemel ingeprezen. Groot was dan ook de verontwaardiging toen het nieuws circuleerde dat er een vervolg in de maak was. Blasfemie! Hoe haalden de makers het in hun hoofd, gonsde het in de wandelgangen.

Welnu. De film is er: s.Darko.

V.l.n.r. De filmposters van Donnie Darko en tweemaal s.DarkoV.l.n.r. De filmposter van Donnie Darko en tweemaal s.Darko

Richard KellyEen ‘straight to dvd’, zoals dat heet. En Kelly distantieerde zich er op voorhand van: “I have absolutely nothing to do with this project!”, aldus de woedende regisseur, die zelfs gepoogd heeft de productie die volgens hem enkel gemaakt werd om geld te verdienen, tegen te gaan. Tevergeefs. s.Darko is er en Kelly verkondigd de boodschap luid en duidelijk: “I didn’t have any control, absolutely none, over this story and that it is just the product of mercantile guys. If I ever see it one night on television, I think I will make it explode”.

Pure evil
Duidelijke taal. En een rondje internet leert dat ook de fans niet blij zijn. “Lets milk the cow till its dry! If this comes out, I’ll buy myself a gun and shoot somebody in the anus” en “Pure evil, that’s all i can say about this” zijn slechts twee reacties van de die-hard fans. Ik op mijn beurt til er niet zo zwaar aan. Donnie Darko is Donnie Darko en zal dat altijd blijven. Al worden er duizend vervolgen gemaakt, ze doen maar. Dus gaf ik de sequel vandaag een kans. Tenslotte maakte de plot me ook nieuwsgierig: Samantha Darko is het zusje van Donnie en inmiddels 18 jaar (leuk detail: het zusje van toen speelt de rol nu ook weer). Sinds de dood van haar oudere broer is de familie in een neerwaartse spiraal beland en Samantha trekt er op uit met haar beste vriendin. Ze komen aan in een rustig stadje waar een meteoriet inslaat. Dan beginnen de visioenen en lijkt ze in staat in de toekomst te kijken.

sdarko-snapshots.Darko legt het allemaal alvast even uit

Maar goed. Dan de hamvraag: is het ook wat?

s.DarkoWelnu, s.Darko (waarom die s nu weer klein moet worden geschreven?) valt geenszins tegen. Het is sfeervol, prachtig gefilmd, blijft boeien tot het eind en speelt leuk in op zijn voorganger. Daveigh Chase die Samantha Darko speelt is uitgegroeid tot een mooie jongevrouw die een kwetsbare, sexy en overtuigende rol neerzet. Iets wat overigens niet gezegd kan worden van haar medespelers Briana Evigan en Ed Westwick die nogal ingestudeerd en houterig overkomen. De special effects zien er picobello uit en de soundtrack is lekker (vooral Whale met het goddelijke ‘Hobo Humpin Slobo Babe’). Echter, en dat is behoorlijk killing voor deze film, het is een exacte kopie van Donnie Darko. Het verhaal, de volgorde, de personages, de gebeurtenissen en de dialogen. En nu begrijp ik ook wel dat regisseur Chris Fisher en schrijver Nathan Atkins in de flow van het origineel wilden blijven, maar als je bij elke scène een deja-vu gevoel krijgt dan beginnen mijn wenkbrauwen te fronzen.

Eén op één kopie
Waar Donnie Darko op uiterst doeltreffende en relevante wijze gebruik maakte van slow-motion en kleine én grote details op de achtergrond of in de dialogen, lijkt s.Darko de plank volledig mis te slaan in de één op één kopie dat het is. Tevens is het origineel naast een intelligent tijdreis verhaal een gevoelig ‘coming of age’-drama en plaatst het geheel op een originele en scherpe manier in de jaren ’80. s.Darko speelt zeven jaar later en doet niets met deze elementen. Ja, er wordt gespeeld met tijd en ruimte, ja, het meisje is 18 en ja, het speelt in de jaren ’90 maar hier wordt niets spannends mee gedaan dat een bijdrage levert aan het verhaal.En dan zwijg ik nog over de talrijke verwijzingen in Donnie naar de literatuur en andere media.

sdarko-snapshot3
Een leuke verwijzing naar het origineel: in beeld springende mensen op een trampoline met Uncle Sam masker

Remake of sequel
Elders op het net werd zelfs al de vraag gesteld of s.Darko nu een remake of een sequel is. Geen vreemde vraag. Want ook Samantha slaapwandelt en wordt op vreemde plekken wakker. Ook in s.Darko is een rol weggelegd voor het angstaanjagende konijnenmasker (al is het een raadsel wat hier de functie van is), er valt weer iets uit de lucht, er wordt weer afgeteld tot het einde van de wereld en we hebben weer te maken met wormholes en doorzichtige slangen die uit het lichaam treden en je de weg wijzen.

s.Darko
En daar is het konijnenmasker

Welnu, s.Darko is geen remake en eigenlijk ook geen vervolg. Zie het als een spin-off. De enige link met het origineel is Daveigh Chase. En als je het zo bekijkt is het niet eens zo’n slechte film. Het is zeker ook geen goede film. Voor de liefhebbers van het origineel uit 2001 is het boeiend genoeg om deze film te bekijken, maar ik snap het als je kippenvel krijgt. s.Darko kwam, werd bekeken en is alweer vergeten. Laat ons liever verheugen op de nieuwe film van Richard Kelly, The Box, die volgens IMDB eind dit jaar in Nederland uitkomt.

s.Darko kwam eind april uit op dvd.

25 aug 2008
Posted by Menno, and filed under Muziek, Recensie

Met twee uiterst experimentele, maar succesvolle platen in zijn kielzog, voelde David Bowie zich begin 1979 nogal uitgebowie’d. Ook had zijn muziek de hitlijsten al twee jaar niet gehaald. Tijdens een pauze in de wereldtournee van 1978 nam hij opnieuw met Brian Eno en Toni Visconti een album op, dat bekend staat als de derde in de Berlin-trilogy. Vreemd, aangezien het ten eerste niet in Berlijn werd opgenomen en ten tweede een stijlbreuk is in vergelijking met Low en “Heroes”. Het werd een narratief album dat bekend staat als Bowie’s ‘reisplaat’. Deel 3 in de Berlin-trilogy reeks van Bowie: Lodger.

Het derde ‘Berlijn’-deel kreeg een aantal werktitels mee, voordat het in mei 1979 definitief als Lodger in de winkel lag, waaronder Planned Accidents en Despite Straight Lines, beide verwijzend naar Bowie’s nieuwste compositiemethode. Onder de muzikanten bevonden zich, naast vaste krachten Carlos Alomar (slaggitaar) en George Murray (bas), gitarist Andrew Belew van King Crimson. Opnames vonden plaats in Zwitserland en New York en ondanks het ontbreken van instrumentale nummers en gezien het feit dat er zelfs een aantal ‘hits’ op staan is Lodger verre van een commercieel album. Het is een experimentele en chaotische plaat met zeer diverse muziekstijlen en nummers die soms zelfs tegen het valse aan klinken en verzinken in een bak met herrie. Fameus voorbeeld hiervan is het nummer ‘Boys Keep Swinging’, waarop Bowie de bandleden van instrument liet wisselen. Ja, dat is vragen om wanorde.

Bowie in 1979Bowie in 1979

Het levert wel een bijzondere langspeler op met een geheel eigen geluid, maar zonde is het ook wel een beetje, aangezien er een aantal zeer mooie nummers op staan die ten onder gaan in de brei van de proef. De opnames van Lodger verliepen ook minder vlot dan de vorige albums. Tijdens de drie opnameweken werd duidelijk dat Bowie en Eno behoorlijk andere kanten op wilden met de nummers en muzikaal gezien niet meer op één lijn zaten. Zo heeft Eno in latere interviews ook laten weten dat hij van de drie Berlijn-albums het minst trots op Lodger is. Bandleden vertelden de media ook dat het duidelijk was dat ook Bowie’s hart niet volledig in dit album zat. Een ander veel gehoord kritiekpunt is dat de geluidskwaliteit van Lodger beneden peil is. Op nieuwe digitale uitgaven op CD valt het nog wel mee (al is het zeker hoorbaar), maar op vinyl klonk het dof zonder goed hoorbare hoge en lage tonen. Het tekort aan bezieling, dat er wél was bij Low en “Heroes”, is hier aansprakelijk.

Een trip
Toch is Lodger de moeite waard. Het is letterlijk en figuurlijk een trip die je meeneemt naar de meest obscure hoeken van onze en de muzikale wereld. Spontaniteit speelde een sleutelrol tijdens het opnameproces en dat heeft op het merendeel van het album een positieve invloed gehad. De nummers werden in twee, het liefst zelfs in één take opgenomen, zodat de fouten er gewoon in bleven. Over Planned Accidents gesproken.

De albumhoes weerspiegelt de inhoud van Lodger goed: verontrustend. Want wat is er nu eigenlijk op te zien? Bowie door Brian Duffy gefotografeerd met een ingedeukte neus op een lade in een mortuarium, armen en benen in een ongemakkelijke positie. En dit alles in de vorm van een ansichtkaart, namens ene ‘Lodger’ (in vier talen), geadresseerd aan David Bowie, p/a RCA Records te Londen. En wat heeft ‘ie in zijn in verband gewikkelde rechterhand?

Een aantal bronnen vermelden dat de pose een verwijzing is naar de vermoorde Che Guevara. Niet zo vreemd, aangezien de binnenkant van de vynil versie foto’s laat zien van Guevera’s lijk, tezamen met Andrea Mantegna’s schilderij ‘The Lamentation over the dead Christ’. Eén ding maakt de cover wel duidelijk: Bowie is op reis en stuurt dit album als kaartje. Lodger (huurder) gaat dan ook van Afrika naar Turkije en van Griekenland naar Rusland waar Bowie dan ook vol overgave over zingt. Niet voor niets vangt het album aan met ‘Fantastic Voyage’.


De binnenkant van de vynil cover van Lodger

Nummer voor nummer
Laten we de nummers één voor één behandelen. Te beginnen met de zwakste kant, Kant A.

Fantastic Voyage’ is een prachtige ballad (met Belew en Visconti op de mandoline) met een intrigerende tekst. Een verademing ook, na de donkere klanken van de twee voorgangers. Het is Bowie’s eerste “protestsong” sinds een lange tijd, waarin hij de dreiging van een (nucleaire) holocaust en de “depressie” van de leiders in de zeventiger jaren bezingt als een ouwe man die terugkijkt op betere tijden. ‘It’s a moving world, but that’s no reason to shoot some of those missiles’, zingt Bowie. En later op cynische toon: ‘We’ll get by. I suppose’. Grappig detail: ‘Fantastic Voyage’ heeft exact hetzelfde akkoordenschema als ‘Boys Keep Swinging’, nummer 8 op het album. En vergelijk ‘m ook eens met ‘Word On A Wing’ uit 1976. Hoor je de gelijkenis?

Nummer 2 neemt ons in een kleine drie minuten mee naar Afrika. ‘African Night Flight‘ is het meest vernieuwende nummer op de plaat. Bowie rapt notabene. Nou ja, hij praat heel snel. Op de achtergrond gaat Eno helemaal los en tovert een arsenaal aan jungle geluiden uit zijn synthesizer (‘cricket menace’ volgens de credits). Het nummer is gebaseerd op Bowie’s gesprekken met inboorlingen tijdens zijn reizen door Afrika, maar het is tevens een parodie op een gedicht van W.H. Auden, genaamd ‘Night Mail‘. Hoe het ook zij, ‘African Night Flight’ is een geinig niemendalletje, schijnbaar geïnspireerd door een achterstevoren gedraaide versie van Credence Clearwater Revival’s ‘Suzy Q’. Oh, en ‘Asanti habari, Asanti nabana’ betekent ‘Hello, Goodbye’. Mij doet dit nummer vrij weinig.

Anders is dat met de volgende track ‘Move On‘. Een sympathiek nummertje, wederom over reizen (‘I’m just a traveling man’), waarin Bowie straight-forward verklaart overal ter wereld te zijn geweest, maar dat zijn voorkeur uitgaat naar het Griekse eiland Cyprus: ‘Cyprus is my island when the going’s rough, I would love to find you, Somewhere in a place like that’.

Yassasin’ verplaatst het toneel naar Turkijke. ‘Turkish for Long Live’ prijkt achter de albumtrack op de CD-hoes. Bowie goes wereldmuziek. Inclusief Arabische melodie- en vioolpartijen en een Jamaicaanse reggaebeat. De tekst is wederom ongelaagd en verhaalt simpelweg over het goede leven en fijne mensen op het platteland.

Dan zetten we zeil naar ‘Red Sails’, nummer 5 op Lodger. Op alle fronten een nietszeggend nummer. Geeft Bowie ook toe: “I honestly don’t know what it’s about”. Het geluid is slecht, de tekst is volledig triviaal en de muziek is niet spannend, op het einde na, waar de sologitaar lekker los gaat in het typisch knetterende geluid dat de drie Berlijn-platen ze herkenbaar maakt.

Deel 2
Niet een heel bijzondere Kant A dus. Gelukkig wordt dat ruimschoots goedgemaakt met een ijzersterk tweede deel, waarop Bowie is uitgereisd en zich weer lijkt te concentreren op sterke songs. Vanaf nummer 6 op de CD begint het feest met ‘DJ’, misschien wel het beste nummer van Lodger. Prachtige violen, een lekkere riff en sterke lyrics over de DJ, een opkomend fenomeen eind jaren ’70. ‘I am a DJ, I am what I play’ zingt Bowie, gevolgd door ‘I’ve got believers believing me’ en twee grote smokken. Tarkan, eat your heart out! ‘DJ’ werd gereleased als single, maar zat te ingewikkeld in elkaar om aan te slaan bij het grote publiek. De bijbehorende videoclip van David Mallet is prachtig.


De videoclip van DJ

Het volgende nummer, ‘Look Back In Anger’, kreeg ook een videoclip, waarin Bowie de schilder te zien is. Op zijn doek is de “Angel of Death” te zien, waar het nummer ook over handelt. De clip is geïnspireerd op Oscar Wilde’s The Picture of Dorian Gray, terwijl de titel refereert naar John Osborne’s toneelstuk Look Back in Anger. Maar de ware Bowie fan leest meer in de titel.


De videoclip van Look Back In Anger

Next up is de laatste single van Lodger, ‘Boys Keep Swinging’. Het werd een grote hit, al haalde het slechts nummer 7 in de Britse hitlijst. Zoals gezegd heeft ‘Boys Keep Swinging’ exact hetzelfde akkoordenschema als ‘Fantastic Voyage’ en liet Bowie, bij wijze van experiment, de bandleden van instrument wisselen, wat een rauwe garagerock-achtige sound opleverde. Het nummer, met teksten als ‘When you’re a boy, you can wear a uniform. When you’re a boy, other boys check you out’ en ‘Boys always work it out’, doet denken aan ‘In The Navy’ van The Village People en schurkt tegen het homo-erotische aan. En dan heb ik het nog niet eens over de videoclip, waarin Bowie tot drie maal toe in volledige drag verschijnt. Een unieke vertolking van dit nummer geeft Bowie, wederom in mantelpakje, tijdens ‘Saturday Night Live’ later dat jaar.


De videoclip van Boys Keep Swinging

Het een-na-laatste nummer op Lodger is een sterk nummer, dat het onderwerp ‘wife-beating’ behandeld. In ‘Repetition’ vertelt Bowie met een monotone stem het verhaal van Johnny, een grote gast, die nogal gefrustreerd is, want ‘he could have had a Cadillac If the school had taught him right’. En erger nog: ‘He could have married Anne with the blue silk blouse’. In plaats daarvan zit hij opgescheept met een vrouw die niet eens kan koken. Johhny zegt: ‘What’s the good of me working when you can’t damn cook?’. En dus slaat hij haar. Op de maat van de muziek, die repetitief voortdreunt. Een prachtzin is: ‘I guess the bruises won’t show if she wears long sleeves. But the space in her eyes shows through’. Eén van de meest ondergewaardeerde nummers van Bowie.

Lodger sluit af met ‘Red Money‘, waarvan de melodie een kopie is van Iggy Pop’s ‘Sister Midnight’, van diens album ‘The Idiot’ (geproduceerd door Bowie). De lyrics gaan over verantwoordelijkheid. Geinig detail is dat een van de laatste woorden in de tekst zijn: ‘Project cancelled’, wat kan duiden op het einde van de samenwerking tussen Eno en Bowie.


Bowie in Saturday Night Live in 1979

En zo is Lodger alweer voorbij, zo snel als het begon. In 35 minuten heeft Bowie je over wereld laten reizen en de laatste stuiptrekkingen van een zeer vruchtbare samenwerking tussen twee intellectuele muzikanten laten horen. Het zou 16 jaar duren voor Eno en Bowie weer samen een album zouden opnemen. In 1995 verscheen 1. Outside, naar verluid ook weer het eerste deel van een reeks (meerdere bronnen maken melding van vijf delen). Maar na Lodger was de koek op. Drie albums op een rij die bekend werden als de Berlin-trilogy, waarvan de chronologische volgorde mijns inziens overeenkomt met de kwaliteit.

Na Lodger
Lodger, gesteund door een drietal singles en videoclips, Bowie’s grote naam en de goed ontvangen albums Low en “Heroes”, werd niet geheel positief ontvangen door de critici en fans. Het algemene gevoel was dat het een beetje een verzamelbak was van ‘leftovers’ van Bowie en Eno. Het feit dat deze 10 tracks geselecteerd waren uit 22 nummers hielp ook niet echt.  Rolling Stone Magazine noemde het een voetnoot van “Heroes”.  Toch haalde Lodger nummer 4 in de Britse en nummer 20 in de Amerikaanse albumlijsten en promootte Bowie het album volop.

Bowie zou nog één meesterlijk album maken, Scary Monsters, om daarna af te zakken in de afschuwelijke jaren ’80 en een decennium lang gedrochten als Let’s Dance, Tonight en Never Let Me Down te produceren. Maar meer over Bowie in de jaren ’80 op mijn eigen MennoBlog.

Hiermee eindigt mijn driedelige analyse van Bowie’s klassieke Berlin-trilogy op Eeuwig Weekend. Wie weet pak ik later nog eens uit met andere parels uit het rijke oeuvre van de man (denk aan Hunky Dory, Aladdin Sane, Station to Station of Heathen), maar voor nu raad ik je aan de albums Low, “Heroes” en Lodger te (her)beluisteren. Zoals je kon lezen zijn ze meer dan de moeite waard.

Voor het overzicht, mijn besprekingen van de trilogie:
Deel 1: Low (1977)
Deel 2: “Heroes” (1977)
Deel 3: Lodger (1979)

28 feb 2007
Posted by Menno, and filed under Film

Gisteren de fantasyfilm Krull gekeken. Oudje uit ‘83. Ik zag ‘m toen ik een jaar of acht of negen was en weet nog dat hij erg veel indruk op me maakt. Nu, zo’n 22 jaar later, de disc weer eens opgezet. En dat is link, want dan kan hij bijna alleen maar tegenvallen. Meer dan twintig jaar hebben de beelden in mijn hoofd gezeten en buitenproportionele vormen aangenomen. Mijn brein heeft van de film een meesterwerk gemaakt. Een klassieker van niet te evenaren grootte. Klopt dit beeld?
Ik waagde de gok. Teevee aan, kat op schoot, natje, droogje en play.
Here we go:

En dan komen de beelden terug hè. De boomerang-ster:
krull1.jpg

De Cyclops:
krull2.jpg
One eyed Willy. De acteur Bernard Bresslaw overleed tien jaar later aan een hartaanval

De oude blinde man:
krull3.jpg
Old and unwise

En de naïeve prinses met het guitige hoofd:
krull5.jpg
Maar…ww…waar ben ik…? Ik snap het niet!

Maar ik merkte dat ik ook zaken verdrongen en vergeten had. Zoals de bobbel in de veel te strakke malliot van Prince Colwyn, de inmiddels zwaar verouderde special effects, het slechte acteerwerk, het flinterdunne verhaaltje en de bijrol van Liam Neeson:
krull4.jpg
The force is strong with this one

Maar de film doorstond de test. Ik dig ‘m nog steeds! Het is nog altijd een sfeervolle rolprent met mooie decors en het heeft gewoon iets magisch. Tuurlijk spelen de nostalgische gevoelens mee, maar het is een prima film. En wat helemaal leuk is: ik doe er ook in mee! Kijk maar:
krull7.jpg
Woehoe!

Jammer dat uitgerekend ik weer moet verzuipen in het drijfzand:
krull6.jpg
Dat zei mijn vrouw vannacht ook…(oe, wat flauw)

Volgende keer in de serie ‘ouwe films kijken met Menno’: The Blob: moordende drilpudding uit 1988

xfactor
xfactor
 
xfactor
Dit is de webstek van Menno Kooistra. Alles wat zich binnen de digitale muren van Mennomail.nl afspeelt is beveiligd door deze jongen: ©.