Home

Displaying Category 'Recensie'

5 okt 2009
Posted by Menno, and filed under Recensie, Strip

Afgelopen donderdag plofte naast het jarige stripmagazine Zone 5300 (15 jaar alweder!) ook nummer 6 van stripblad De Lijn op mijn deurmat. Andere koek, maar daarom niet minder interessant.

De LijnDe Lijn is een amateurstripblad dat zich richt op jonge tekenaars met het accent op de verhalende  strip. Prachtig natuurlijk dat er in deze moeilijke tijd voor strips nog een papieren podium bestaat voor beginnende auteurs die wat anders pogen te maken dan cartoons of strookstrips. Hulde ook voor de prachtige cover (Aimée de Jongh), net als de rest van de vormgeving en thematiek een ode aan de Amerikaanse SF-comics uit de jaren ’50.

Gemiste Lijn
Helaas is niet alles perfect aan De Ruimtelijke Lijn. Zo opent het blaadje met een dodelijk saaie strip van tekenares Linda van Bruggen, die 4 pagina’s uittrekt om plaatjes te tekenen bij het nummer ‘Astronaut‘ van Spinvis. Afgezien van het feit dat dit niet bijster origineel is, voegen de plaatjes ook niks toe aan de songtekst. Het zijn letterlijke visualisaties, precies zoals je het zelf voor je zou kunnen zien. Maak het dan wat spannender door te spelen met beeld en tekst.

Ook de strip ‘Laatbloeiers’ van Roderick Leermakers leest niet prettig weg. Een verhaal dat van de hak op de tak springt, verbeeld door drukke houterige tekeningen. En de 18-jarige Yannick Schueler weet met zijn nog gebrekkige tekenkunst de clou van zijn stripverhaal niet duidelijk in beeld te brengen en laat de lezer gissend achter.

Dacuiquesuum
‘Da cuique suum’, door Emma Ringelberg (tekeningen) en Yannick Schueler (tekst). In al zijn rommeligheid toch een sympathiek verhaaltje

Rake Lijn
Gelukkig is er ook veel moois te zien in De Ruimtelijke Lijn. Zo is het verhaal ‘Contact’ van Martijn van Santen de absolute uitschieter van dit nummer. Prachtige tekeningen en een verhaal dat je potverdrie een traantje doet wegpinken. Knap. Ook de summiere bijdrage van Stephan Brusche, ‘Moon thriller’ is weer een plaatje. Net als in voorgaande edities is er in De Ruimtelijke Lijn tevens plek voor een samenwerking tussen een gevestigde en een beginnende artiest. Ditmaal Niwi en Hendrik J. Vos. Het resulteerde in een viertal fraaie pagina’s.

contact

Een pagina van ‘Contact’ van Martijn van Santen

En zo zijn er nog een stuk of zes verhalen te lezen. Wisselend van kwaliteit, maar dat is te verwachten bij een amateurstripblad. En dat geeft ook helemaal niets, want met die bril op, lezen de verhalen prima weg en let je minder op schoonheidsfoutjes. Bindende factor is het aanstekelijke enthousiasme dat van de pagina’s spat. Stuk voor stuk hebben de auteurs hun hart en ziel in de pagina’s gestopt en dat is mooi om te zien. Alleen daarom al lees ik De Lijn, al 6 nummers lang, met ontzettend veel plezier.

De Ruimtelijke Lijn is in de betere stripwinkels in Nederland verkrijgbaar. Bestellen via de site kan natuurlijk ook.

28 sep 2009
Posted by Menno, and filed under Film, Recensie

Onlangs bracht het label Encore de films van cultregisseur Jean Rollin opnieuw uit op dvd. Zijn veelal erotisch getinte films uit de jaren ’60 en ’70 zijn  in een geheel nieuw jasje gestoken, compleet met hypermoderne dvd-hoes en flitsend dvd-menuutje. Behoorlijk misleidend, want de niets vermoedende koper/huurder van deze beelddragers die denkt een nieuwe horrorfilm te gaan zien, komt bedrogen uit. De films van Rollin zijn namelijk ouderwets, zwijgzaam, tergend traag en soms zelfs uitermate saai. De liefhebber van Rollin zal echter dolblij zijn, want de oude films zijn opgepoetst en zien er picobello uit. Ondergetekende neigt meer naar de laatste categorie.

De twee Jean Rollin covers
De twee covers zoals ze er nu uitzien

Ik zag twee van de nieuw uitgebrachte schijven, La Vampire Nue (1968) en Les Raisins de la mort (1978). Beiden voorzien van enkel de Engelse titel, want ook dat verkoopt beter natuurlijk. Afgezien van deze verkooptrucjes blijven The Nude Vampire en Grapes of Death gelukkig helemaal wat ze zijn: creatieve, artistieke en vooral bizarre hersenschimmen van deze Franse regisseur, die inmiddels 71 jaar is.

The Nude Vampire
The Nude Vampire is Rollins tweede speelfilm. Net als zijn voorganger, Le Viol du Vampire, handelt ook deze film over vampieren, Rollins stokpaard. Een man komt op het spoor van een bizarre sekte die zelfmoord verheerlijkt en het bloed van de overledenen voedt aan een meisje dat alle kenmerken van een vampier vertoont. Weinig dialoog, een beetje bloot (dat is in zijn latere films wel anders), maar bovenal mooie beelden. Rollin tovert hier met kleur en decor. Poëtisch tot en met en daardoor ook zeer moeilijk te volgen. Misschien is vaag een beter woord.

NudeVampireStill
The Nude Vampire

Grapes of Death
Hoe anders is Grapes of Death, die een Rollin aan het werk laat zien die tien jaar meer regie-ervaring heeft. Nog altijd vaag en zwaar leunend op de omgeving en mise-en-scènes, maar al een stuk toegankelijker. Waar The Nude Vampire vaak als de eerste Franse vampierenfilm wordt bestempeld, wordt deze film wel de eerste gore-film van Frankrijk genoemd. Sja. Zou kunnen. Er zitten dan ook wel wat ranzige scenes in. Echter, voor de verandering geen vampieren ditmaal, maar “zombies”. Het is ditmaal een gevaarlijk verdelgingsmiddel dat de plaatselijke wijngaard heeft vergiftigd en de bevolking in een soort van levenloze allesvernietigende wezens heeft veranderd.

raisins-de-la-mort
Grapes of Death, met rechts Rollins huidige vrouw en ex-pornoster Brigitte Lahaie

frontrollinGeen ijzersterke verhalen dus, in de films van Jean Rollin. Geeft verder niets. Ze kijken prima weg op voorwaarde dat je je bril van 2009 afzet en bewust een flinke stap terug in de tijd neemt. Je moet tevens niet vies zijn van bloed, bloot en abstractie. Ik ben dat absoluut niet, sterker: ik smul ervan, maar ik had moeite met beide films. Ze zijn me iets te onbestemd en wazig. Geef mij maar een Virgin Among the Living Dead (Christina, princesse de l’érotisme), die Rollin in 1973 samen met Jesus Franco maakte. Oók vaag, maar ontzettend sfeervol. Gelukkig zijn er nog genoeg films van de man uit te proberen.

The Nude Vampire, Grapes of Death en nog 11 films van Jean Rollin liggen geheel opgepoetst en wel sinds kort in de winkel.

4 sep 2009
Posted by Menno, and filed under Film, Recensie

dvdhoek

“Na BB komt CC”, zei Brigitte Bardot ooit, waarmee de CC op Claudia Cardinale slaat. BB als sekssymbool van de jaren ’50, CC die van de jaren ’60. In de western Les Pétroleuses (Christian-Jaque, 1971) zijn de twee stoten in één film te zien. Deze week is de film in verbazingwekkend goeie kwaliteit verkrijgbaar op dvd.

Laat ik er niet omheen draaien. Les Pétroleuses wekte in eerste instantie mijn aandacht na het horen van diens twee hooofdrolspeelsters Bardot en Cardinale. Want hoe vaak komt het voor dat de twee heetste dames van de jaren ’50 en ’60 samen in één film spelen? In deze Frans, Spaans, Italiaans en Britse co-productie uit 1971 staan ze voor het eerst en het laatst tegenover elkaar.

Les pétroleusesLes Pétroleuses (ook bekend als Petrolium girls) is een westernparodie die draait om de ‘wanted’ Louise (BB), die samen met vier dames een outlawbende vormt. Na een overval op een trein (heel cliché maar zo ging dat toen, lezertjes) vindt ze een document dat haar eigenaar maakt van een ranch. Echter, Maria (CC) en haar vier broers willen exact hetzelfde. En laten zij nu ook een boevenbende vormen. De strijd om de ranch, macht, olie en de plaatselijke sheriff (een erg leuke rol van Michael J. Pollard) kan beginnen.

De film is erg luchtig. Een niets-aan-de-hand-comedy met de nodige slapstickhumor. Het verhaal heeft weinig om het lijf. Les Pétroleuses lijkt dan ook vooral voor en om de twee hoofdrolspeelsters geschreven te zijn. Gelukkig stellen BB en CC qua acteerprestaties dan ook niet teleur, hoewel de show absoluut wordt gestolen door Cardinale.

Les Pétroleuses

Desondanks kijkt de film prima weg en zijn de 95 minuten om voordat je het door hebt. Het is qua alles een authentieke spaghettiwestern, inclusief de dronken cowboys in de stoffige saloon, de nichterige barber, pistolenduels, klapdeurtjes en prachtig weidse landschappen. Het verschil zit ‘m in deze film in de aandacht die uitging naar de kostuums. Het is één grote modeshow die de dames en heren in beeld brengen. En het moet gezegd, het ziet er dan ook erg goed uit. Les Pétroleuses verschilt ook van andere westerns in de wijze waarop de man wordt afgeschilderd: dom, onhandig en onbelangrijk. Het is de vrouw die de broek aan heeft en de scepter zwaait. Ook wel eens lekker.

bbcc2

Les Pétroleuses was voor de toen 38-jarige Brigitte Bardot de twee na laatste film die ze maakte. Twee jaar later stopte ze met acteren om uit de spotlight te stappen en zich fulltime in te zetten voor de rechten van dieren. De 33-jarige Claudia Cardinale stond definitief op de kaart na rollen in klassiekers als 81/2 (Federico Fellini, 1963) en Once upon a time in the West (Sergio Leone, 1968).

Het is geen meesterwerk en zeker niet de beste western, maar Les Pétroleuses is absoluut het kijken waard. En voor diegenen die in Once upon a time in the West al verliefd waren op Claudia Cardinale: ze is hier bijkans nóg mooier. Zucht.


Claudia zingt en danst zelfs in de film!

Les Pétroleuses ligt in de uitgave van Lumière sinds maandag in de winkel.

24 aug 2009
Posted by Menno, and filed under Film, Recensie

Donderdag komt eindelijk de nieuwe Quentin Tarantino in de bios. Inglourious Basterds heet zijn nieuwste rolprent. Net als zijn vorige project, Grindhouse, is de film een eerbetoon aan en knipoog naar ouwe filmglorie. Sterker: Inglourious Basterds is een remake van een Italiaanse film uit 1978. Maar ook Kill Bill was één groot eerbetoon aan de (Aziatische vecht)film. En Pulp Fiction en Jackie Brown laten ook voldoende filmreferenties zien. Quentin Tarantino is een kenner. Een filmfreak. Een absolute liefhebber van alles wat film is. En juist daarom is een nieuw product van Tarantino een bijzondere ervaring in de meest positieve zin des woords. Elke keer weer.

Ook Inglourious Basterds laat het beste van de regisseur zien. Geloof me, het is er weer één, hoor! Een echte Tarantino. Met mooie vrouwen, extreem geweld, zwarte humor, ellenlange dialogen, spectaculaire cinematografie en natuurlijk een uitstekende soundtrack. Bovendien mogen we hier getuige zijn van gedetailleerde slachtpartijen van nazi’s. Ook lekker.

Inglorious BasterdsGood vs bad. You decide wie is wie!

Wat een cast
Tarantino heeft een sublieme cast bij elkaar gesprokkeld. Ongetwijfeld staan de acteurs in de rij om in een film van de man te mogen spelen, maar Tarantino pakt alleen de allerbesten. Ook daar heeft hij een oog voor. Zo zien we naast Brad Pitt in de hilarische rol van chef moffenkiller, de prima acteur/regisseur Eli Roth en de altijd prettige Daniel Brühl, jeweetwel, dat joch uit het Duitse kassucces Good Bye Lenin!. De vrouwelijke rollen worden uiterst vakkundig vertolkt door de stuk voor stuk mooie Diane Kruger en Mélanie Laurent. Vooral de laatste spettert van het scherm qua schoonheid, vrouwelijkheid en absolute coolness.

Inglorious BasterdsMélanie Laurent als de Joodse Shosanna Dreyfus

Inglorious Basterds (3)De show wordt echter gestolen door Kolonel Hans Landa, gespeeld door de relatief onbekende Christoph Waltz. Deze Oostenrijkse acteur zet hier een überfoute nazi-officier neer waar je potverdrie bijna sympathie voor krijgt. Het is een aandoenlijk mannetje die met z’n quasi homofiele trekjes de lachers op zijn hand heeft. Een genot om naar te kijken.
Kleine rolletjes zijn er ook voor Mike “Austin Powers” Myers, Martin Wuttke als een griezelige Adolf Hitler en Samuel L. Jackson als verteller (zonder credits overigens).

Veel dialoog
Inglorious Basterds
is een remake van Quel maledetto treno blindato, ofwel Inglourious Bastards (let op de letter a!). Nou ja, Tarantino liet zich echter eerder inspireren door de film. Vooral het idee sprak hem wel aan. Lekker Duitsers de pan in hakken. Het verhaal stelt dan ook niet veel voor. Alles is overdreven stereotiep en absoluut over-the-top. De karakters zijn, zoals in alle Tarantino films, bordkartonnen personages in een geromantiseerd jongetjesavontuur. Met z’n ruim twee-en-een-half uur wordt er vooral tijd genomen voor dialogen. Tarantino’s vorige film, Death Proof, spande de kroon qua lange dialogen, maar Inglourious Basterds kan er ook wat van. Zo begint de film met de ster van de film, Kolonel Hans Landa, die een bezoek brengt aan een Franse man die ervan verdacht wordt onderdak te bieden aan Joden. Het gesprek tussen deze twee heren duurt met gemak een minuut of 25. En nergens wordt het saai. Da’s knap!

Eli Roth en Brad Pitt
Wat de mannen doen met de nazi’s is overigens niet altijd geschikt voor tere zieltjes

He did it again. Die gekke Tarantino. Inglourious Basterds is een absolute must-see. Ga ‘m wel in de bios zien, want daar komt ‘ie het best tot zijn recht. Lees: mooie beelden, brute explosies en indrukwekkende muziek (filmmuziek uit andere films overigens). Op teevee en op het net zul je wel doodgegooid worden met trailers en promotie voor deze film, dus ik eindig mijn verkooppraatje met een fragment uit Friday Night with Jonathan Ross waar Tarantino te gast was. Een interessant interview met deze spraakwaterval (en een leuk Ross-grapje om 7’09”).

Inglourious Basterds draait vanaf donderdag in de bioscoop.

P.S. Check ook dit artikel op NRC.nl, waar de citaten van Tarantino keurig op een rijtje staan. Razend interessant!

22 jun 2009
Posted by Menno, and filed under Games, Persoonlijk, Recensie

Begin deze maand kwam de computergame Prototype uit. Fijn, dacht ik, want de trailer zag er goed uit. Tevens had ik net F.E.A.R 2 uitgespeeld, een game die een paar maanden eerder uitkwam (ja, ik ben een trage speler). Prototype is, net als F.E.A.R 2 een horror actie avontuur en zieke horrorfreak als ik ben wrijf ik in mijn handen bij dit soort releases. Maar is ‘ie ook echt eng? Is het wat?

PrototypePrototype speelt zich af op Manhattan, waar een virus uitbreekt dat mensen in allesvernietigende monsters veranderd. Jij speelt Alex die nogal vreemde krachten heeft. Zo kan hij het lichaam incluis gedachten en geheugen van zijn vermoorde slachtoffers overnemen, tegen gebouwen oplopen, metershoge sprongen maken en errug hard rennen. Ook kan hij een immens zwaard als hand tevoorschijn toveren. En nu maar achterhalen hoe hij aan deze krachten komt. Wat houden de overheid en het leger achter?

Wil ik het echt weten?

Neen. Het interesseert me niet. Ik wil namelijk lekker springen door The Big Apple en zoveel mogelijk mensen vermorzelen met mijn special powers. De filmpjes die stapje voor stapje uit proberen te leggen wat er allemaal met je gebeurd is en waar dit virus in hemelsnaam vandaan komt sla ik over. Kan ik weer door de stad vliegen, want de wereld van Prototype is een zogenaamde sandbox wereld; je kunt overal heen waar je wilt. Zin om midden op Times Square een paar auto’s de lucht in te mieteren? Dan doe je dat! Tegen het Empire State Building op rennen? Kan hoor. Ook leuk: politieagentje pesten. Alles kan en mag. Net als in Grand Theft Auto IV dus (zie mijn eerdere post daarover).

PrototypeThat’s gotta hurt

Maar eerlijk gezegd houdt de lol daar ook op. Want als je aan een opdracht begint wordt het retemoeilijk. Je moet met tienduizend dingen rekening houden en constant blijven bewegen anders wordt je of in elkaar getimmerd door een boosaardige muppet of kapotgeschoten door soldaten. De pc-versie (die ik speel) vereist bijna het complete toetsenbord om acties voor elkaar te krijgen en duurt wel heel lang om onder de knie te krijgen. Met andere woorden: ik ben steeds binnen een paar minuten dood. Kan ik weer opnieuw beginnen. Wéér from scratch. En dat gaat vervelen. Helemaal frustrerend dat je pas meer en betere special powers krijgt als je opdrachten correct afrondt. Ik blijf dus lang steken met een minimum aan speciale krachten en dan is de lol aan het vliegen en springen door de vrije sandbox-wereld er al snel af.

PrototypeAchter je!

Wordt een en ander dan goedgemaakt door goeie scares of nagelbijtende scènes? Neu. Waar het spelen van F.E.A.R 2 en vooral Dead Space (zie de recensie van EW’er Gerard Sombroek) hier en daar ware hartverzakkingen oplevert door het hoofdpersonage door donkere gangen te laten lopen met de wetenschap dat er elk moment een of andere creep kan verschijnen, is Prototype vrij vlak en gewoontjes. Tuurlijk, je hebt monsters achter je kont zitten en half New York bestaat uit geïnfecteerde freaks, maar echt eng wil het niet worden.

Niks an dus? Nou, voor mij is Prototype het niet, nee. Echter, ik speelde het spel op de pc. Ik kan me heel goed voorstellen dat Prototype op de Playstation 3 of XBox 360 uitstekend werkt. Tevens wil ik ook wel even kwijt dat het spel er prachtig uit ziet. De open wereld van Manhattan is zeer gedetailleerd en elk stukje, van stoeptegel tot het dak van het Chrysler Building, is een lust voor het oog. En je kunt wel erg coole moves uitvoeren als Alex.

Helaas red je het daarmee niet. Ik houd het bij de trailer die -nogmaals- zeer de moeite waard is. Kijk maar:

Prototype ligt nu in de winkel.

8 jun 2009
Posted by Menno, and filed under Film, Recensie

Wat doe jij als je wilt weten wie die ene film regisseerde? Of als je nieuwsgierig bent of een film een kijkbeurt waard is? De kans is groot dat je de Google raadpleegt of rechtstreeks naar de International Movie Database (IMDB) surft. Ik in elk geval wel. Deze door gebruikers gevulde site is zo ongelofelijk rijk aan informatie dat de rest bijna overbodig wordt. Toch verscheen vorige maand het Filmjaarboek 2008/2009. Ook dit jaar weer een flink gevuld boekwerk boordevol informatie. De vraag is: voegt dit nog wat toe? Eeuwig Weekend legt de voors en tegens van dit papieren filmoverzicht naast elkaar.

Filmjaarboek 2009/2009

Het Filmjaarboek is de opvolger van het Nederlands Jaarboek Film dat van 1981 t/m 1990 verscheen. Daarna heette het een stukje compacter Filmjaarboek. Dikke boeken met beschrijvingen van alle in Nederland uitgebrachte bioscoopfilms van dat jaar, voorzien van uitgebreide credits. Het laatste boek bevat bovendien een zevental artikelen en overzichtjes van prijzen, bezoekcijfers en adressen. ‘Een onmisbare bron van informatie voor iedere filmliefhebber’ prijkt op de achterkant.

Voors
clintHet Filmjaarboek 2008/2009 is een fraai vormgegeven boek, ligt lekker in de hand, is volledig in kleur en bulkt van de informatie. Het is dan ook geen licht boekwerkje met z’n 272 pagina’s. Pagina’s 10 t/m 44 worden gevuld met feitjes, lijstjes, artikelen en interviews. Vooral interessant is de samenvatting van filmjaar 2008 waarin de trends, hoogte- en dieptepunten besproken worden. Het artikel van regisseur Martin Koolhoven over de carrière van Clint Eastwood is informatief en laat een enthousiaste fan aan het woord. Ook leuk is het stuk van internetjournalist Francisco van Jole die amateurfilms op internet behandelt.

De filmbeschrijvingen met credits zijn kort en objectief en bij bijna alle films prijkt een foto. Ook handig. Hierna volgen ruim 50 pagina’s regisseurs- en filmindex waarin wordt verwezen naar de Filmjaarboeken van 2001 t/m 2008, wat in je voordeel werkt als je ook die boeken in je bezit hebt.

Tegens
Is het niet een tikkie overdreven om te beweren dat het een onmisbare bron is voor elke filmliefhebber? Tuurlijk, alles mooi op een rijtje is handig, maar voegt het wat toe voor een filmfan? Die kijkt graag naar films en wil meer van die films afweten en heeft dan niet persé dit boek nodig.

filmliefdeEen absolute meerwaarde van het Filmjaarboek 2008/2009 zijn de artikelen. Dat kan naast het handige overzicht reden zijn voor een aanschaf . Maar waarom dan zo sumier? Francisco van Jole krijgt twee pagina’s. een stuk over de superheldenfilm krijgt maar drie pagina’s. Het lijkt me dat je juist met deze vulling moet uitpakken. Dát is pas onmisbaar voor de filmliefhebber! En ondertussen wel vijf (!) pagina’s gewijd aan de “Filmliefde” van de bekende Nederlander, in dit geval cabaretiers. Wat boeit mij het nou wat de favoriete films van Thomas van Luyn, Hans Teeuwen, Claudia de Breij of Jochem Meyer zijn? Come on!

En dan nog de objectieve filmbeschrijvingen van het boek. Ik snap het wel, het is de meest veilige manier, maar wat mij betreft ook de minst interessante. Geef naast de beschrijving ook een meninkje mee. Al is het maar een paar regels. Ook dát kan het boek specialer maken, zeker als er een vakkundige redactie en groep filmkenners achter zit (wat er zit!).

Conclusie
Ik denk dat er voor het Filmjaarboek zeker een markt is, maar wel één voor de generatie van vóór het internet. Een groep filmliefhebbers die trouw alle jaarboeken verzamelt en jaarlijks het rijtje in de boekenkast aanvult met de nieuwste editie. Het boek schiet wat mij betreft zijn doel voorbij door niet uit te pakken met de artikelen en kennis die in huis is. Juist nu, met duizenden filmsites in de lucht en IMDB als koploper, moet je jezelf onderscheiden en een boek leveren die meer biedt dan wat al op het net te vinden is. Met de te korte artikeltjes en de nutteloze Filmliefde-rubriek die er nu in staan red je het niet. Ook de meningsloze filmbeschrijvingen voegen niets toe, behalve dan het gebonden overzicht op papier.

IMDB

Ik heb het Filmjaarboek doorgelezen en in mijn boekenkast gezet om het daar zeer waarschijnlijk nimmer meer uit te pakken. Noem het luiheid of noem het wijsheid, maar ik heb filminformatie sneller tevoorschijn op mijn monitor. En dan krijg ik er ook nog eens ontelbare links, foto’s en bewegend beeld bij. Het Filmjaarboek lijkt in elk geval verjaard.

Het Filmjaarboek 2008/2009 (ISBN 978 90 6403 727 6) ligt overal in de winkel en kost 20 euro.

4 jun 2009
Posted by Menno, and filed under Film, Recensie

Vanaf vandaag draait het vierde deel van de Terminator-filmreeks in de zalen. Terminator Salvation heet ‘ie. Met in de hoofdrol gloeiendhete Hollywoodster Christian Bale. Na drie films en 31 afleveringen van de spin-off serie kon er ook nog wel een film bij. Oh, en een game. Is het hierna dan afgelopen? Nope.

Terminator Salvation
Deze filmposter verdient een prijs!

Waar waren we ook alweer gebleven?
Even een opfrissertje. In Terminator 1 (1984, James Cameron) probeert een allesvernietigende robot uit de toekomst (Arnold Schwarzenegger) de dan nog ongeboren verzetsleider John Connor te elimineren door op zijn ouders te jagen. Dat mislukt. In Terminator 2 (1994, James Cameron) komt Schwarzenegger de Terminator terug uit de toekomst, maar ditmaal om John Conner te beschermen tegen een andere boze Terminator. Dit kan omdat John dit in de toekomst zo heeft geregeld. Dan Terminator 3 (2003, Jonathan Mostow), met wederom de terugkeer van beveiligingsrobot Schwarzie (in zijn laatste rol voordat hij Californië onveilig ging maken) en een nog vervelendere boze robot, die nu de vorm van een vrouw aanneemt.

TerminatorsEn ondertussen probeert John steeds om de oorlog van de robots en machines te voorkomen. Drie films lang probeert hij ‘Judgment Day’,  de dag des oordeels, te verijdelen. En drie films lang faalt hij. Ja, op een gegeven moment houdt het op. All hell breaks dan ook los ergens in 2004. De wereld is kapot, de mensheid grotendeels uitgeroeid. Skynet, het computernetwerk dat alles wat enigszins mechanisch aanstuurt, is aan de macht en spaart niets van vlees en bloed en een kloppend hart.

In deze post-apocalyptische wereld speelt Terminator Salvation zich af. 14 Jaar later. John leidt inmiddels het verzet, een functie waar hij zijn leven lang tegen wil en dank al naar toe heeft geleeft. En dat klinkt allemaal reuze spannend, nietwaar? Mij heeft de Terminator reeks in elk geval geïntrigeerd. Ik ben sowieso gek op (post-) apocalyptische verhalen. Dit verhaal klinkt dan ook om je vingers bij af te likken. En zoals ik reeds in een eerder verslag op Eeuwig Weekend liet weten zijn de eerste twee films meesterlijk. James Cameron schreef het verhaal en regisseerde een tweetal filmklassiekers. Zonder meer. Toen hij het stokje overgaf aan Jonathan Mostow voor deeltje drie ging het mis.

terminator-salvation-2
De wereld is kaputt

De gokverslaafde Hollywoodmens
Goeie verhalen zijn uniek. Zeker in Hollywood. Daar moet je zuinig op zijn. Af en toe komt er een geslaagde verfilming uit voort. Terminator 1 is daar een voorbeeld van. Heb je  oprecht goud mee in handen. Het is uitermate link om daarmee te gokken en een vervolg uit te brengen. Het goud inzetten en hopen op winst. Een grote meerderheid in de filmwereld snijdt zichzelf in de vingers en verspeelt alles. Resultaat: een geflopte sequel, een teleurgesteld publiek en een deuk in je imago. Een te verwaarlozen kleine groep slaagt erin om de inzet te verveelvoudigen en een nóg betere film af te leveren dan het origineel. Star Wars: The Empire Strikes Back is daar een voorbeeld van. Daar tussenin zit de middenmoot. Deze groep speelt quitte en levert een kwalitatief minder geslaagde film af, maar nog wel een prima sequel. Je raadt het al, daar is Terminator 2 (Judgement Day) een voorbeeld van. Deel 1 was beter, maar deel 2 is ook okay. Leuk en aardig, maar het brengt wel consequenties met zich mee. Want succes maakt hebberig. En het goud wordt wéér ingezet in de hoop het nogmaals te verdubbelen. Ai. Niet gelukt. Zie daar: Terminator 3.

Terminator 3
Terminator 3: Rise of the Machines met links John Connor

Deel 3, Rise of the Machines, miste de schwung, kunde, originaliteit en enthousiasme van James Cameron. Okee, Schwarzenegger draafde weer op en de stunts waren spectaculair, maar in alle opzichten was het een kopie van deel 2, met tot overmaat van ramp een vervelende vertolking van Nick Stahl in de rol van John Connor. ‘Bad Terminator’ Kristinna Loken had een leuk koppie (en een in cupmaat toenemende voorgevel) maar dat was het dan wel. ‘Dat moet beter’, dacht het verse team, met regisseur McG voorop. Deel 4 pakt het dan ook anders aan.

Terminated
terminator-salvationMoet ook wel, want de wereld is immers kapot. Robots hoeven niet meer uit de toekomst naar het heden te komen, want de toekomst IS het heden. En John Connor wordt nu gespeeld door niemand minder dan Christian Bale. Moet goed gaan toch? Helaas. Ook deel 4 heeft het niet. Het verhaal is na de films en de serie wel bekend nu. De uiers zijn leeg en verlept. Ja, het ziet er prachtig uit en ja, het geluid is subliem (zeker in de bioscoop), maar jongens, waar is de frisse insteek? Waar is de verrassing?

Terminator Salvation schiet voort en mist doel. Hoe interessant het gegeven ook is, het blijft een voorgekauwd Hollywood vehikel met een futuristisch post-apocalyptisch sausje. Prachtige beelden, degelijk acteerwerk, houtsnijdende special effects, maar het is verhaal is op. Terminated. En dan is er ook nog een game uitgebracht onder dezelfde titel. Ook die schijnt de plank mis te slaan. Zouden de makers ervan hebben geleerd? Ik vrees het niet. Het einde schreeuwt namelijk om een vervolg. En die zal er ongetwijfeld komen. Het goud blinkt alweer in de gokhallen.

Terminator Salvation draait nu in de bioscoop.

xfactor
xfactor
 
xfactor
Dit is de webstek van Menno Kooistra. Alles wat zich binnen de digitale muren van Mennomail.nl afspeelt is beveiligd door deze jongen: ©.